Voltaire

de schrijver

Voltaire stamt uit een familie van kleine landadel. De jonge Voltaire krijgt les op Louis-le-Grand, de meest prestigieuze jezuïetenschool in Parijs. Hij wordt dichter en toneelschrijver. Zijn humoristische gedichten maken hem populair, maar zijn scherpe teksten brengen hem ook in de problemen. Hij wordt tot elf maanden Bastille veroordeeld vanwege een satire die hij geschreven zou hebbben op Louis XIV. Hierna gebruikt hij de naam Voltaire, anagram van Arouet le Jeune. 

In 1726 beledigt Voltaire de Chevalier de Rohan en wordt hij verbannen. Drie jaar woont hij in Engeland. Hij ontmoet er Jonathan Swift en maakt kennis met de filosofie van John Locke en de ideeën van de wiskundige en wetenschapper Sir Isaac Newton. Hij bestudeert Engelands constitutionele monarchie en de religieuze tolerantie aldaar. Na zijn terugkeer in Parijs schrijft hij de Lettres Philosophique of Lettres Anglaises, waarin hij de Engelse gewoontes en instituties prijst. Het boek wordt geïnterpreteerd als kritiek op de Franse overheid. Het wordt door een beul verscheurd en verbrand, de uitgever komt in de Bastille en Voltaire moet Parijs opnieuw verlaten.

Op uitnodiging van zijn geliefde, de Marquise Emilie du Châtelet, neemt Voltaire zijn intrek haar Château de Cirey aan de grens van Lotharingen, dat toen nog niet bij Frankrijk hoorde. Samen bestuderen ze de recente wetenschappelijke ontwikkelingen en doen proeven in het laboratorium van het kasteel. Voltaire blijft er tien jaar, tot aan Emilies dood in 1749.

Behalve dichter en toneelschrijver is Voltaire ook geschiedschrijver. Hij is van mening dat de geschiedenis geen beschikking is van de Voorzienigheid en dat zij zich evenmin alleen bezig moet houden met de levens van koningen, maar ook met ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, kunst en maatschappij. Hij is weer (even) in gunst aan het Franse hof, wordt geschiedschrijver van Louis XV en lid van de Académie Française. Hij wordt op diplomatieke missie gestuurd naar het hof van Frederik de Grote van Pruisen met wie hij een correspondentie onderhoudt. 

Aan beide hoven, het Franse en het Pruisische valt hij uiteindelijk weer in ongenade en hij vestigt zich met zijn nieuwe liefde, Mme du Denis, op een landgoed net buiten Genève. Hij schrijft er artikelen voor de Encyclopédie, ontvangt geleerden en schrijvers uit heel Europa, voert toneelstukken op (zeer tegen de zin van de Geneefse dominees), brengt zijn landgoed en het dorp tot economische bloei en mengt zich in een aantal processen, zoals dat van Jean Calas, een protestant uit Toulouse, die onrechte ter dood werd veroordeeld omdat hij een hand zou hebben gehad in de dood van zijn zoon, die zich tot Katholiek zou hebben willen bekeren. Voltaire bemoeide zich met deze zaak, en ondanks het feit dat Calas wel ter dood werd gebracht, werd hij in 1765 postuum toch nog vrijgesproken. Voltaire ging zich daarna meer en meer op gelijksoortige zaken toeleggen.

Twee gebeurtenissen maken grote indruk op hem: de aardbeving in Lissabon van 1755 waarbij meer dan 30.000 slachtoffers vallen en het uitbreken van de Zevenjarige oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in 1756. Beide gebeurtenissen vinden we terug in Candide, dat verschijnt in 1759. In dit verhaal bekritiseert Voltaire de optimistische filosofie van Leibniz, die in de gedaante van de leraar Pangloss het hoe en waarom in de wereld probeert uit te leggen aan de hoofdpersoon, Candide. Tijdens een reis door Europa en de Nieuwe Wereld komt Candide telkens in aanraking met de ongerijmdheden en wreedheid van het aardse bestaan, maar iedere keer verzekert Pangloss hem dat alles gebeurt voor een goed doel in deze wereld die de best mogelijke van alle is.

Op de leeftijd van 83 jaar keert Voltaire nog éénmaal als een held terug in Parijs. In de Comédie Française is hij aanwezig als zijn laatste toneelstuk Irène wordt opgevoerd, waarna hij een staande ovatie ontvangt. Kort daarop sterft hij.

Vanwege zijn kritiek op de kerk mag hij niet op kerkelijke grond begraven worden. (De bisschop van Parijs zou gezegd hebben dat zijn lijk op de mesthoop moest geworpen worden). Hij wordt begraven bij een abdij in de Champagne. In 1791 worden zijn overblijfselen door het revolutionaire bewind met veel plechtig vertoon verplaatst naar het Pantheon in Parijs. In 1815, als het gebouw weer een kerk wordt, laat Lodewijk XVIII Voltaire daar rusten omdat het "hem goed zal doen om af en toe een mis te horen". Zijn bibliotheek wordt opgekocht door Catharina de Grote en omvat 22.000 brieven. Zij worden nog altijd bewaard in de Russische Nationale bibliotheek in Sint Petersburg.

het boek: Candide

integrale tekst: klik hier

Engelse vertaling: klik hier

Zakelijke gegevens 
auteur
titel 
jaar van eerste uitgave: publication anonyme en 1759 
genre

Verhaal
samenvatting 
Chapitre 1 : Candide groeit op op het kasteel van baron Thunder-ten-tronckh in Westfalen. De huisleraar Pangloss leert hem dat we leven in de beste van alle mogelijke werelden. Candide wordt verliefd op Cunegonde, de dochter van de baron, maar als deze hem er op betrapt dat hij zijn dochter kust, stuurt hij hem weg van het kasteel.

Chapitre 2 : Candide wordt ingelijfd bij het Bulgaarse leger.

Chapitre 3 : De oorlog tussen de Bulgaren en de Abaren breekt uit.

Chapitre 4 : Candide vindt Pangloss terug, die hem vertelt dat het kasteel vernietigd en de bewoners vermoord zijn. Zelf lijdt hij aan sifilis, maar hij is er nog steeds van overtuigd dat we leven in de beste van alle mogelijke werelden. Zij vinden onderdak bij een wederdoper, Jakob geheten.

Chapitre 5 : Deze neemt hen mee op zakenreis naar Lissabon, waar hij omkomt bij de aardbeving en de daarop volgende vloedgolf.

Chapitre 6 : De inquisitie organiseert een auto-da-fé om een volgende aardbeving te voorkomen, waarbij Pangloss wordt opgehangen en Candide stokslagen krijgt.

Chapitre 7: Candide wordt verzorgd door een oude vrouw en vindt Cunegonde terug.

Chapitre 8 : Cunégonde vertelt haar verhaal : ze is verkracht, meegenomen door een Bulgaarse kapitein, verkocht aan een jood, die haar nu deelt met de grootinquisiteur.

Chapitre 9 : Candide doodt de jood en de grootinquisiteur en vlucht met Cunegonde en de oude vrouw.

Chapitre 10 : Cunegonde wordt beroofd van haar sieraden door een pater Franciscaan. Zij, Candide en de oude vrouw schepen zich in op een schip dat vertrekt naar Amerika, waar zij hopen nu eindelijk de ideale maatschappij te ontdekken.

Chapitres 11 et 12 : De oude vrouw vertelt haar verhaal : zij is een prinses die ontvoerd is door Marrokkaanse kapers. Ze wordt gevonden door een gecastreerde Napolitaan, die haar verkoopt aan de dey van Algiers. Ze krijgt de pest, één van haar billen wordt afgesneden en opgegeten en uiteindelijk komt ze bij Cunegonde in dienst.

Chapitre 13 : Ze komen aan in Buenos Aires. De gouverneur aldaar wordt verliefd op Cunegonde. Er vaart een schip de haven in, op zoek naar de moordenaar van de grootinquisiteur. Candide vlucht.

Chapitre 14 : Samen met zijn knecht Cacambo besluit Candide zich aan te sluiten bij de opstandige Jezuieten in Paraguay. Het hoofd van de Jezuieten blijkt de broer van Cunegonde te zijn.

Chapitre 15 : Deze wordt woedend als hij hoort dat Candide met Cunegonde wil trouwen en trekt zijn zwaard. Candide doodt hem.

Chapitre 16 : Candide en Cacambo vluchten. Candide schiet twee apen neer die twee meisjes achterna zitten. De meisjes beklagen zich echter bij hun stam, de Hangoren, en Candide en Cacambo worden gevangen genomen. Cacambo weet de wilden ervan te weerhouden hen op te eten.

Chapitres 17 : C+C springen in een boot en laten zich meevoeren door een wilde rivier. Ze komen in een prachtig, welvarend land: El Dorado.

Chapitres 18 : Ze maken kennis met de gewoonten van dit ideale land, maar Candide verlangt naar Cunegonde. De koning laat een machine bouwen die hen over de bergen hijst. Ze krijgen goud en edelstenen mee, die in El Dorado voor het oprapen liggen.

Chapitre 19 : Op de tocht verliezen zij bijna al hun rijkdommen. Zij komen bij een stad, genaamd Suriname, waar ze een negerslaaf ontmoeten, die zwaar mishandeld is door zijn Hollandse meester. Candide stuurt Cacambo naar Buenos Aires om Cunegonde te kopen van de gouverneur en haar naar Venetie te brengen. Candide verliest de rest van zijn rijkdommen en neemt een niuwe knecht aan, de oude Martijn.

Chapitre 20 : Samen reizen ze naar Europa. Martijn gelooft niet dat we in de beste van alle mogelijke werelden leven en zij discussieren veel over dit vraagstuk. Chapitres 21 : Ze bereiken Bordeaux en gaan op weg naar Venetie.

Chapitres 22 : Ze maken een omweg over Parijs, waar ze ze in aaraking komen met dokters (204), acteurs (Adrienne Lecouvreur 205), toneelcritici, adel en geestelijkheid. Ze raken weer veel diamanten kwijt en moeten vluchten naar Engeland.

Chapitres 23 : Daar aangekomen zien ze, hoe in de haven een man onthoofd wordt. Het is een generaal die een slag verloren heeft. (John Bing) Geschokt vertrekken ze onmiddellijk naar Venetie.

Chapitres 24 : Cacambo en Cunegonde zijn er echter niet. Zij ontmoeten Paquette, het kamermeisje op wie Pangloss verliefd was. Zij vertelt haar droevige verhaal. Chapitres 25 : Zij bezoeken de rijke edelman Pococurante, die niets geeft om zijn rijkdommen en kunstschatten. ( zelfs niet om Milton 220-221)

Chapitre 26 : Cacambo arriveert in Venetie, echter zonder Cunegonde, die vastgehouden wordt in Constantinopel. Candide logeert in een herberg met 6 onttroonde koningen.

Chapitres 27 : Ze vertrekken naar Constantinopel en ontdekken tussen de slaven die het schip roeien Pangloss en Cunegondes broer, die toch niet dood blijken te zijn.

Chapitres 28 : Pangloss is er nog steeds van overtuigd in de beste van alle mogelijke werelden te leven.

Chapitre 29 : Ze vinden Cunegonde terug, die erg lelijk is geworden, maar Candide heeft nu eenmaal beloofd met haar te trouwen. Haar broer verzet zich nog steeds tegen het huwelijk en het gezelschap ontdoet zich van hem.

Chapitres 30 : Candide, Cunegonde, de oude vrouw, Martijn en Cacambo gaan op een boerderijtje wonen. De buitenwereld is nog steeds onrechtvaardig en gewelddadig en thuis vervelen ze zich.  Een Turkse buurman leert hen de volgende wijze les: Il faut cultiver notre jardin > " cultiver " = travailler, enrichir ; " jardin " = monde, esprit, jardin secret ; = Il faut travailler à l'amélioration du monde

résumé

chapitre 1 Le jeune Candide, dont le nom traduit à la fois la naïveté et la crédulité vit dans le "meilleur des mondes possibles" chez son oncle, le baron de Thunder-ten-Tronckh. Enfant naturel, Candide mène une existence heureuse dans cet univers idyllique : Le baron et la baronne de Thunder-ten-Tronckh possèdent en effet "le plus beau des châteaux". Candide est ébloui par la puissance de son oncle, et par les sophismes lénifiants du docteur Pangloss, le précepteur. Il admire également Cunégonde, la fille du baron. Tout baLscule le jour des premiers ébats de Candide et de Cunégonde. La réaction du baron est brutale, Candide est banni et chassé de cet Eden.

En quelques lignes Voltaire pose donc l'essentiel du sujet et des procédés de l'ensemble du conte, et, dans une parodie du premier chapitre de la Bible (la Genèse, Éden dont l'Adam est ici Candide et l'Ève qui le séduira Cunégonde, et dont Candide sera bientôt chassé), met en place la référence à un premier jardin, à un premier paradis, qui servira de référence constante à la quête de son héros. Le château, symbole pour Candide du bonheur, sera par la suite une référence déterminante pour son apprentissage, jusqu'à sa duplication finale dans la métairie orientale.

Chapitre 2 Il se retrouve dans "le vaste monde". Candide est pris dans une tempête de neige et connaît la faim et le froid. Il est enrôlé de force comme soldat de l'armée bulgare.

Chapitre 3  II prend la fuite. Capturé, il est condamné à recevoir quatre mille coups de bâton. Il échappe de justesse à la mort. Il assiste alors à la guerre et à ses massacres : c'est "une boucherie héroïque". Candide déserte et fuit jusqu'en Hollande. Il y découvre l'intolérance, et notamment l'hypocrisie sectaire d'un prédicateur huguenot.

Chapitre 4  Il retrouve Pangloss rongé par la vérole. Son ancien précepteur a des allures de gueux. Il lui apprend que le beau château du baron Thunder-ten-Tronckh a été détruit et que Cunégonde a été violée et éventrée par les soldats bulgares. L'armée bulgare a également tué le baron, la baronne et leur fils. Candide et Pangloss sont recueillis et embauchés par Jacques, un bon anabaptiste qui les emmène au Portugal où le réclame son commerce.

Chapitre 5  Hélas, au large de Lisbonne, leur navire connaît une horrible tempête. Le bateau du généreux négociant est englouti et ce dernier périt dans le naufrage. Candide et Pangloss en réchappent par miracle. Dès leur arrivée à Lisbonne, se produit un épouvantable tremblement de terre.

Capitre 6 : Candide et Pangloss participent eux opérations de sauvetage, mais nos deux héros sont arrêtés pour propos subversifs et déférés à l'Inquisition. Pangloss est pendu et Candide flagellé.

Chapitre 7,8,9,10  Une vieille dame le soigne et le mène de nuit dans une maison isolée. Il est présenté à une superbe femme : Cunégonde. Elle lui confirme qu'elle a été violée et éventrée, et que c'est par miracle qu'elle est encore en vie : "on ne meurt pas toujours de ces deux accidents". Cunégonde est devenue à la fois la maîtresse de Don Issachar, un banquier juif et du grand inquisiteur de Lisbonne. Menacé par ses deux rivaux, "le doux Candide", parvient à les tuer. Candide, Cunégonde et la vieille dame s'enfuient alors en direction de Cadix. Ils arrivent à Cadix au moment où un bateau s'apprête à partir en Amérique latine. Son équipage est chargé d'aller y combattre la rébellion qui règne contre les rois d'Espagne et du Portugal. Candide parvient à se faire engager. Il embarque avec Cunégonde, la vieille dame et deux valets.

Chapitre 11, 12  Lors de la traversée, la vieille dame raconte son aventure. Fille d'un pape et d'une princesse, elle a grandi " en beauté, en grâces, en talents, au milieu des plaisirs, des respects et des espérances..." Puis elle a connu une suite épouvantable de malheurs : l'empoisonnement de son fiancé, l'enlèvement de sa mère, sa vente à des marchands d'esclaves. Elle s'est retrouvée prisonnière dans un fort, puis elle est devenue l'esclave d'un seigneur moscovite qui l'a batttue. Elle finira par devenir la servante de Don Issachar qui la met à disposition de Cunégonde à qui elle se lie.

Suite à ce récit, la vieille dame demande aux autres passagers de raconter leur histoire. Les récits s'enchaînent, plus noirs les uns que les autres. Candide commence à prendre conscience que le mal existe sur cette terre.

Chapitre 13 : A peine arrivés à Buenos Aires, Candide et Cunégonde sont à nouveau séparés. La vielle dame conseille en effet à Cunégonde de rester auprès du gouverneur qui s'est épris d'elle et à Candide de fuir l'Inquisition qui a retrouvé sa trace.

Chapitre 14  Candide part avec son valet Cacambo se réfugier chez les jésuites du Paraguay. Ils y retrouvent le frère de Cunégonde, lui aussi miraculeusement rescapé.

Chapitre 15  Le baron évoque son miracle : Alors qu'on allait l'enterrer, le battement de sa paupière l'a sauvé. On l'a soigné et guéri. Sa beauté, fort appréciée, lui a valu une grande fortune. Mais le jeune baron refuse qu'un bâtard puisse épouser sa sœur et frappe Candide du plat de son épée. Celui-ci se défend et le tue d'un coup d'épée.

Chapitre 16  Candide et Cacambo reprennent la fuite et se retrouvent dans un pays inconnu. Il sont faits prisonniers par les indigènes et sont à deux doigts d'être mangés. Ils ne doivent leur salut qu'à la verve et à l'habileté de Cacambo. Ils sont graciés.

Chapitre 17, 18  Ils se dirigent alors vers Cayenne, à la recherche de la colonie française. Ils souffrent de la faim. Un jour, ils découvrent un canot sur une rivière. Ils montent à bord et se laissent porter par le courant. Le canot emprunte une voûte secrète. Candide et Cacambo se retrouvent sous terre, dans une magnifique contrée, l'Eldorado, "le pays où tout va bien" : un pays où les repas sont délicieux, les mœurs pacifiques, la population heureuse , la religion tolérante et le souverain humaniste. Mais nos héros sont trop vaniteux pour se satisfaire de cet univers idéal. Ils souhaitent revenir en Europe avec l'espoir d'éblouir Cunégonde et le monde entier de leur récit et de leur richesse. Le souverain du royaume en effet les laisse partir avec cent moutons chargés de nourriture, de pierres précieuses et d'or. Il les met aussi en garde : le bonheur ne se trouve ni dans les pierres précieuses ni dans l'or. Candide et Cacambo retrouvent le monde. Pendant plus de trois mois, ils marchent dans les marais, les déserts et au bord des précipices. Leurs moutons meurent les uns après les autres.

Chapitre 19  Lorsqu'ils arrivent à Surinam, ils n'ont plus que deux moutons. Ils rencontrent alors un esclave noir atrocement mutilé. Ceci révolte Candide et l'amène à donner une autre définition de l'optimisme : " la rage de soutenir que tout est bien quand on est mal". Nos deux héros se séparent : Candide envoie Cacambo racheter Cunégonde au gouverneur de Buenos Aires , tandis qu'il ira l'attendre à Venise. Mais Candide se fait duper et voler par un marchand qui lui prend ses deux derniers moutons et s'embarque pour Venise sans l'attendre. Il parvient finalement à trouver un vaisseau en partance pour Bordeaux et s'embarque en compagnie d'un pauvre savant persécuté à qui il paye son voyage. Il a l'espoir que ce compagnon puisse le "désennuyer" durant le traversée. Sur le bateau qui les emmène à Bordeaux Candide et Martin, le savant discutent du bien et du mal et de la nature de l'homme. Martin lui indique qu'il est convaincu de la prédominance du Mal sur le Bien .

Chapitre 20, 21  Et comme pour illustrer son propos, ils assistent un combat entre un navire espagnol et un vaisseau hollandais . Ce dernier coule et une centaine d'hommes se noient. Ce combat est pour Martin l'illustration des rapports humains de la façon dont " les hommes se traitent les uns les autres."

chapitre 22 Après son arrivée à Bordeaux, Candide préfère se rendre à Paris qu'à Venise. Il n'y connaît qu'amertume et déception : un abbé retors et de fausses marquises et une fausse Cunégonde qui se révèlent être de vraies voleuses . Il se fait même injustement arrêter et ne parvient à s'enfuir qu'en soudoyant un officier de police.Il e mbarque alors en compagnie de Martin pour l'Angleterre. Il assiste à l'exécution d'un amiral condamné pour " n'avoir pas fait tuer assez de monde."

chapitre 23  Finalement, il refuse de débarquer en Angleterre et demande au capitaine du bateau de l'emmener directement à Venise.

Chapitre 24  A Venise, il ne retrouve ni Cacambo, ni Cunégonde mais tombe sur Paquette, l'ancienne suivante de la Baronne de Thunder-ten-Tronckh. Elle vit en compagnie d'un moine, Giroflée. Ses confidences et celles du moine font apparaître à Candide des misères cachées. Candide décide alors de rendre visite au seigneur Pococurante qui a la réputation de n'avoir jamais eu de chagrin.

Chapitre 25  Le jeune héros s'émerveille de l'univers et de la personnalité de son hôte. Pourtant celui-ci évoque a demi-mot le dégoût et la lassitude du blasé. Candide ressort pourtant de cet entretien avec l'impression que le seigneur Pococurante est "le plus heureux de tous les hommes", car affranchi des biens matériels. Martin, lui, est plus pessimiste, il estime que ce seigneur est écœuré de tout ce qu'il possède.

Chapitre 26, 27, 28, 29 Au milieu d'un souper de carnaval, alors que Candide dîne avec six malheureux anciens rois qui ont perdu leur royaume, il retrouve Cacambo qui est devenu esclave. Il lui apprend que Cunégonde l'attend sur les bords de la Propontide, près de Constantinople. Elle aussi est devenue esclave et est devenue très laide. Candide se rend à Constantinople . Sur la galère, il croit reconnaître parmi les galériens le docteur Pangloss et le jeune baron ( tous deux mal tués). Il les rachète au capitaine du navire. Les deux anciens galériens racontent leurs aventures, mais le récit de leur malheurs ne perturbe pas Candide qui est toujours convaincu que " tout est pour le mieux dans le meilleur des mondes." Candide retrouve Cunégonde, et il est saisi d'horreur à la vue de cette femme hideuse et défigurée. Il la rachète ainsi que la vieille femme. Il ne l'aime plus, mais l'épouse " par bonté" malgré le refus répété de son frère. Candide se débarrasse du jeune baron en le renvoyant aux galères .

Chapitre 30  Il achète avec ses derniers diamants une modeste métairie où viennent se réfugier Paquette , le frère Giroflée, Pangloss, Martin, Cunégonde et Candide. Un sage vieillard leur conseille le travail qui "éloigne de nous trois grand maux, l'ennui , le vice et le besoin". Candide en arrive à cette conclusion qui recueille l'assentiment de tous ses compagnons : " il faut cultiver son jardin."

Waar en wanneer speelt het zich af?

H1: On assiste, dans cet incipit, à la présentation d'un monde clos, hiérarchisé, aristocratique et surtout d'illusions (toute la description se fait à l'imparfait à tout est figé et rien ne trouble la quiétude). La cour n'est en fait qu'une illusion. une illusion du pouvoir, de la richesse, de la connaissance… Candide vit donc au sein d'un monde d'illusions dont il est victime. Il croit à ce qu'il voit car il ne connaît que ce monde. un microcosme qui n'est qu'incohérence. Ce monde va changer à la suite d'une péripétie dont Cunégonde sera la cause (le baiser). Voltaire caricature en quelques sortes le départ de Candide en le montrant chassé du paradis terrestre comme Adam mais ici, la tentatrice n'est plus Eve mais Cunégonde. Un paradis où tout le monde s'efforce de mentir et croire à autre chose que la réalité. Candide n’est qu’au début de son apprentissage, il est encore bien loin de l'idéal voltairien.

C'est le pays de Leibniz, principal philosophe théoricien de l'Optimisme que combat Voltaire : celui de Frédéric II de Prusse, que l'auteur admirait comme le modèle du souverain éclairé et avec lequel un séjour à Berlin vient de le brouiller. La Westphalie en est aussi la province la plus pauvre: en la choisissant comme Éden fondateur du conte, et en faisant croire à tous les personnages que le baron, avec son château qui avait une porte et des fenêtres - (1.14), est un puissant seigneur, Voltaire souligne la médiocrité de cet idéal et l'aveuglement de ses héros: il donne une leçon de relativité entre la réalité et l'idée que les hommes s'en font. Satire de la lourdeur allemande, également, l'emphase du nom Thunder-ten-tronckh, l'embonpoint de la baronne (1 50 kg) et de sa fille (grasse -, 1. 24).

Ici, l'Allemagne se réduit à deux ou trois clichés, épaisseur des corps, philosophie épaisse, d'ailleurs toujours valables de nos temps car les préjugés ont la peau dure...  Noter l'allitération en - t - et le sens du mot thunder (tonnerre) ; voir au chapitre 2 le nom de ville Valdberghoff-trarbk-dikdoff, signifiant forêtmontagnecour-gageure dérisoire-épais village...
 

personages

Derrière Pangloss se cache Leibniz qui est un philosophe à peu près contemporain de VOLTAIRE et dont la thèse est : Dieu a crée le monde le plus harmonieusement possible (mais ce monde n'est pas parfait)
" Pangloss " du grec : parle sur tout ou tout le temps
détourne les propos de Leibniz :
* abuse du jargon scientifique dans ses discours : "il est démontré", "aussi", "et", "si", "donc", "car", "par conséquent".
* sort de leur contexte les paroles de Leibniz, aboutissant à une démonstration incohérente qu'est la "métaphysico-théologo-cosmonigologie" (nigaud) blâme l'enseignement de Pangloss :
* rapport maître/élève basé sur l'admiration : "admirablement", "innocemment", "attentivement", "le plus grand philosophe"
* influence sur l'esprit de l'élève, d'où la fréquence de connecteur dans les réflexion de Candide (ainsi que Cunégonde) qui raisonne à la manière de Pangloss. Pangloss fait de Candide un esprit naïf, étroit et crédule condamne surtout le dogmatisme (fanatisme philosophique) tout comme il condamne le fanatisme religieux (dans Candide ; Inquisition, Jésuites?).

* Les personnages font .... Une galerie de portraits stéréotypés. Seuls Candide et Cunégonde ont un prénom; on ignore si Pangloss est un nom ou un prénom.  Mais ...baron, à sa femme et à son fils, anonymes et expédiés en deux traits d'esquisse caricaturale. Le premier n'est pas méchant au fond mais prétentieux et un peu ridicule même pour ses serviteurs. Son épouse placide ne se distingue que par son poids et une bonne éducation limitée à une politesse formelle (faire - les honneurs de la maison - avec - dignité -, 1. 22), ce qui veut dire qu'elle est laide et bête; quant au fils, on se contente de noter qu'il - paraissait en tout digne de son père », ce qui vu le portrait du père retourne le compliment en charge féroce, qui sera confirmée dans la suite du conte où il se montrera imbu de ses titres jusqu'à en être borné. 

* Un sort particulier est donc réservé à Candide. On devine, aux rumeurs des serviteurs, que son statut d'enfant non reconnu, mais assimilé à Cunégonde et à son frère (il suit comme eux les leçons de Pangloss), cache un secret de famille : la sœur du baron a fauté avec un voisin. Né d'un père « bon et honnête » (1. 8), il a un physique agréable, qui expliquera l'attachement sensuel de Cunégonde. Ses qualités d'intelligence et de morale le prédisposent à une évolution vers l'esprit critique et emportent l'adhésion émue du lecteur. On sent déjà qu'il pourra exprimer les idées de l'auteur, et jouer le rôle de héros de roman d'apprentissage : intelligent, certes (« jugement assez droit », 1. 4), mais aussi jeune et malléable, naïf (- l'esprit le plus simple -, 1. 5), il a, dirait-on aujourd'hui, un fort potentiel.

* Aucun des nombreux peuples visités dans Candide n'échappe à ce procédé du cliché :
Les Français sont bavards, médisants et volages (chap. 22), les Espagnols et Portugais orgueilleux et intolérants (inquisition du chap. 6, gouverneur du chap. 13), les Turcs totalitaires et cruels (chap. 20), etc.

Candide :	- il ne revient pas à son point de départ au château ce qui montre son évolution. - début : naïf, ne connaît rien à la vie fin : a fait le tour du monde, enrichi par ses expériences. - il interrompt Pangloss - il se pose des questions Ils vont voir un derviche qui ne leur donne aucune réponse et les renvoie. è Pour Voltaire il n'y a pas de réponse, il ne faut pas avoir de préoccupation philosophique.
Pangloss :	pour lui tout est toujours pour le mieux dans le meilleur des mondes. - il n'est plus le maître incontesté de Candide, il se fait interrompre. - C'est le seul à ne pas travailler dans la métairie. è aucune évolution, philosophe sophiste, s'enferme dans ses raisonnements.
Cunégonde :	début : belle et oisive fin : laide mais excellente pâtissière è le travail compense sa laideur.
Autres personnages :	n'ont plus de malheurs et travaillent. "devint honnête homme"

thema, hoofdgedachte, motto

* Voltaire montre aux hommes leur folie: les préjugés, les tyrannies, le pharisaisme, l'imposture, les usurpations, les superstitions, l'esclavage. Il dénonce l'horreur par l'absurde. Candide nous invite à rire du mal et de tous les dogmes. 

* In Candide maakt de titelheld een (gedwongen) wereldreis die hem onzacht in aanraking brengt met onder meer Bulgaarse huurlingen, een verwoestende aardbeving in Lissabon, de Spaanse grootinquisiteur, een bastaarddochter van de paus, jezuïtische rebellen in Argentinië en piraten in Venetië. Never a dull moment bij Voltaire, die en passant korte metten maakt met de optimistische filosofie van de laat-17de- eeuwse filosoof Leibniz en zijn satire eindigt met een oproep om je toch vooral niet te verliezen in abstracte idealen: ‘Il faut cultiver notre jardin’.

* Luchtig en met vaart vertelt Voltaire vervolgens over de wederwaardigheden van Candide, de eindeloze reeks rampen die hem overkomen, de goedmoedigheid waarmee de jongen zich er doorheen slaat en de onvermijdelijke conclusie dat je maar het best hard kunt werken opdat je niet te veel stilstaat bij de ellende van je eigen bestaan. Of zoals een Turkse boer tegen Candide zegt: 'Door het werk houden wij ons drie grote rampen van het lijf, de verveling, de ondeugd en de honger.'

* Tekst titelblad / Incipit du livre (1ère page):

CANDIDE OU L'OPTIMISME;Traduit de l'allemand de M. le docteur Ralp,

AVEC LES ADDITIONS QU'ON A TROUVÉES DANS LA POCHE DU DOCTEUR,

LORSQU'IL MOURUT À MINDEN, L'AN DE GRÂCE 1759

titel

* “Candide ou de l'optimisme” Voltaire s'oppose au système de l'optimisme philosophique. Or, son auteur Leibnitz est loin d'être un imbécile. Mathématicien génial, physicien, chimiste, historien, diplomate. Il voulait répondre à Bayle (…) et il avait établi la démonstration suivante: Si Dieu existe, il est parfait, et il est seul parfait. Par conséquent, tout ce qui n'est pas lui est nécessairement imparfait. Si Dieu existe, il a nécessairement pu, voulu et su créer le moins imparfait de tous les mondes théoriquement concevables. Leibnitz is nogal vaak misverstaan door zijn volgelingen, zoals Pangloss. Hij heeft helemaal nooit beweerd dat de wereld waarin we leven goed is. Voltaire weet dat heel goed (hij is zelf een tijdlang aanhanger van Leibnitz geweest) . Toch gebruikt / misbruikt hij hier Leibnitz om zijn eigen ideeën weer te geven: de mens kan de diepere betekenis van de schepping niet begrijpen en moet dat ook niet proberen. De muizen die de muizenholen in een gebouw bewonen kennen ook de architect niet en weten niet waarom hij het gebouwd heeft en of het eeuwig is. 

* Le jeune Candide, dont le nom traduit à la fois la naïveté et la crédulité ...

Verhaaltechniek

Hoe begint het boek?

Hoe loopt het verhaal af?

Je moet het onkruid uitrukken. En onkruid komt altijd terug, maar je moet het blijven bestrijden.

verdeling in hoofdstukken:

verhouding verteltijd (aantal bladzijden) / vertelde tijd (hoeveel tijd verstrijkt er):

stijl:

 “De baron was een van de machtigste heren van Westfalen, want hij had een kasteel met een deur en ramen, en in de grote zaal prijkte zelfs een wandtapijt.' En: 'Mevrouw de barones, die rond de driehonderdvijftig pond woog, was beslist een vrouw van groot gewicht, en haar aanzien werd nog verhoogd door de waardigheid waarmee zij in het kasteel de honneurs waarnam.'

LITERATUURGESCHIEDENIS

Verlichting: klik hier.

http://www.humanistischecanon.nl/verlichting/voltaire

historische gebeurtenissen

* Le Chapitre VI de Candide, conte philosophique écrit par Voltaire en 1759, est intitulé « Comment on fit un bel auto-da-fé pour empêcher les tremblements de terre, et comment Candide fut fessé ». Dans ce chapitre, Voltaire s'inspire d'un évènement réel qui l'a profondément marqué : le tremblement de terre de Lisbonne et l'autodafé qui l'a suivi, le 20 juin 1756. Le héros du conte, Candide, a déjà vécu bien des situations difficiles à ce stade du livre ; pour autant il n'a pas encore perdu sa naïveté légendaire. Ici, après avoir survécu aux catastrophes naturelles qui se sont abattues sur Lisbonne (ainsi que son maître Pangloss), il est condamné, avec d'autres boucs émissaires, à être exécuté au cours d'une grande cérémonie, pour empêcher que la terre ne tremble de nouveau. Il s'agit d'un autodafé, une cérémonie au cours de laquelle on brûlait les personnes jugées hérétiques. Ce chapitre permet à Voltaire de dénoncer l'Inquisition et le fanatisme religieux, tout en étendant sa critique à l'optimisme de Leibniz, qu'il s'attache à critiquer dans toute l'œuvre. Pour cela, il utilise avec brio les possibilités offertes par l'ironie.

* Dans le chapitre XIX de Candide, le héros fait la rencontre d'un esclave mutilé, vendu par sa promre mère et exploité par son maître dans le cadre du commerce triangulaire. Cette rencontre est déterminante : elle permet en effet à Voltaire de dénoncer la société esclavagiste, mais aussi de critiquer la posture philosophique de Pangloss (et initialement de Candide), celle d'un optimisme aveugle pour lequel « tout est pour le mieux dans le meilleur des mondes ».

* Twee gebeurtenissen maken grote indruk op hem: de aardbeving in Lissabon van 1755 waarbij meer dan 30.000 slachtoffers vallen en het uitbreken van de Zevenjarige oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in 1756. Beide gebeurtenissen vinden we terug in Candide, dat verschijnt in 1759. In dit verhaal bekritiseert Voltaire de optimistische filosofie van Leibniz, die in de gedaante van de leraar Pangloss het hoe en waarom in de wereld probeert uit te leggen aan de hoofdpersoon, Candide. Tijdens een reis door Europa en de Nieuwe Wereld komt Candide telkens in aanraking met de ongerijmdheden en wreedheid van het aardse bestaan, maar iedere keer verzekert Pangloss hem dat alles gebeurt voor een goed doel in deze wereld die de best mogelijke van alle is.

http://www.fichesdelecture.com/analyses-litteraires/voltaire/candide/chapitre-19

artikelen en links

* http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/schrijver/Voltaire

* Prins Frederik van Pruisen wilde graag tot de Europese Herenclub behoren. Voltaire was dol op koninklijke vleierij. En zo ontstond een soms ontroerende briefwisseling. http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/hij-is-een-barbaar-hoogheid

* In Holland stond de filosoof-schrijver Voltaire goed aangeschreven. En de liefde was wederzijds, zo blijkt uit een nieuwe biografie en een bloemlezing. http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/overal-gedonder-waar-hij-ook-kwam

* Tussen onze huidige columnisten zou Voltaire (1694-1778) vlot moeten kunnen inburgeren. Net als in zíjn tijd wordt er nog steeds geschreven tegen de godsdienst en haar excessen; zelfs de islam werd al door Voltaire aangepakt. Voer zijn tragedie Le fanatisme ou Mahomet le prophète weer eens op, en je hebt gegarandeerd de poppen aan het dansen. Alsof er in bijna drie eeuwen niets is veranderd.

http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/het-kwaad-grondig-een-kopje-kleiner-maken

* Meer dan zestig jaar lang schreef Voltaire bijna elke dag een brief. Onlangs verscheen het dertiende en laatste deel van Voltaires "Correspondance', dertig jaar na de verschijning van het eerste deel. Voltaires brieven zijn de mooiste van de wereld.

http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/pleiade-uitgave-van-voltaires-brieven-voltooid-wie-pen-heeft-oorlog-heeft

* In het driftige debat over onze westerse waarden mag Voltaire (1694-1778) tegenwoordig vaak worden aangehaald als het boegbeeld van de Verlichting, in Enlightenment Contested, de nieuwe massieve studie van de Britse historicus Jonathan Israel, ontpopt de Franse schrijver/filosoof zich typisch als een man van het filosofische midden.  http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/voltaire-was-een-watje 

* http://www.alalettre.com/voltaire.php

* Voltaire, filosofische vertellingen, uitgeverij Van Gennep, Amsterdam, 2003

* www. bacdefrancais.net