De ouders van Michel Tournier ontmoetten elkaar aan de Sorbonne waar ze allebei Duits studeerden. De Duitse cultuur en muziek en het rooms-katholicisme waren belangrijke elementen in Tourniers opvoeding, die later hun weerslag vonden in zijn literaire werk, met name in Le roi des aulnes, de roman waarvoor hij in 1970 de Prix Goncourt ontving. Verder wordt Tourniers werk gekenmerkt door fantastische elementen en door het gebruik van mythen en historische motieven. Tournier was een bewonderaar van het werk van de Duitse schrijver Günter Grass.
Michel Tournier studeerde filosofie aan de Sorbonne en in Tübingen. Hij wilde leraar worden aan een middelbare school, maar behaalde het hiertoe vereiste examen niet. In de jaren 50 begon hij te werken als radiojournalist. Van 1958 tot 1968 was hij als hoofdredacteur verbonden aan uitgeverij Plon.
In 1967 verscheen Michel Tourniers debuut Vendredi ou les limbes du pacifique, een filosofische hervertelling van Daniel Defoe's Robinson Crusoe. Met dit boek, waarvoor Tournier de grote prijs van de Académie française kreeg, was hij op slag beroemd. Zijn bekendste werk is echter zijn tweede roman, het door Goethe's gedicht Erlkönig geïnspireerde Le roi des aulnes, over een Franse garagehouder die eindigt als recruteur van een Napola-instelling (een eliteschool voor toekomstige nazi-leiders).
In 1971 schreef Tournier een versimpelde versie van zijn debuutroman, die verscheen onder de titel Vendredi ou la vie sauvage. In Frankrijk werd dit boek een klassieker op middelbare scholen. In Nederland werd het in 1999 opgenomen in de scholierenreeks Merles blancs.
Michel Tournier was vanaf 1972 tot aan zijn dood lid van de Académie Goncourt.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Michel_Tournier
--------------------------------------
Michel Tournier (Parijs, 1924) komt uit een gezin van germanisten. Zijn vader en moeder ontmoeten elkaar tijdens hun studie germanistiek aan de Sorbonne, de universiteit van Parijs, en zorgen ervoor dat hun zoon ‘met één been in Duitsland’ opgroeit. Hij voelt zich zowel deel van de Duitse als van de Franse cultuur.
Als Tournier zes jaar oud is, is
zijn gezondheid ronduit slecht. Zo slecht zelfs dat zijn ouders het
advies krijgen weg te gaan uit Parijs en ergens in een klein dorpje te
gaan wonen. En dat doen ze. Het gezin verhuist naar
Saint-Germain-en-Laye, een plaatsje niet ver bij Parijs vandaan. ‘Ik ben
in Parijs geboren, maar heb die stad van het begin af aan gehaat. Een
kind kan in Parijs niet gelukkig zijn,’ zegt Tournier daar later over.
In Saint-Germain-en-Laye krijgt Tournier alles wat hij nodig heeft: ‘een
tuin, een fiets, een hond, een kat, een bos. Dat heeft een kind nodig,
en in Parijs had je dat niet.’
Zijn schooljaren brengt hij voor een
belangrijk deel door op privé-scholen in de omgeving van
Saint-Germain-en-Laye. De ervaringen daar zullen in veel van zijn latere
boeken terugkeren, waaronder in De elzenkoning en De meteoren.
Maar dat hij die boeken ooit zal schrijven is voor de middelbaar
scholier Michel volkomen ondenkbaar. De filosofie is zijn grote roeping.
Hij wil professor in de filosofie worden.
Aanvankelijk kent de weg
die hem daarheen moet voeren weinig obstakels. Hij studeert aan de
Sorbonne, vertrekt naar Tübingen in het zuiden van Duitsland om daar te
gaan studeren en doet bij terugkeer in Frankrijk vol zelfvertrouwen het agrégation-examen.
Hij denkt dat hij tot de besten zal behoren, rekent zelfs op een eerste
plaats, maar eindigt tot zijn verbijstering op de laatste.
Michel is
te trots om een tweede poging te wagen, evenals zijn beroemde
voornaamgenoot Michel Foucault, die ook faalt maar het jaar daarop
gewoon een herkansing doet. Hij is te diep gekrenkt in zijn trots. Dat
hele agrégation-examen is een ‘ganzenbord’. Slagen of zakken,
het is een kwestie van geluk of pech. Over je werkelijke kwaliteiten
zegt het weinig.
Zijn generatie haalt hem aan alle kanten in. Gillez
Deleuze, een voormalig klasgenoot van hem, wordt een succesvol filosoof,
een andere klasgenoot, de intussen in vergetelheid geraakte Roger
Nimier, debuteert zeer succesvol met een roman en Michel Butor en Michel
Foucault (opmerkelijk veel Michels toch in die generatie) groeien
respectievelijk uit tot geprezen romancier en invloedrijk filosoof.
Het
duurt lang voordat Tournier zich herstelt. ‘Ik wist niet wat ik met
mijn filosofie moest doen. De deuren van de universiteit bleven gesloten
voor me. Ik heb toen mijn brood verdiend bij de radio en zo het grote
publiek ontdekt. Ik dacht: je moet voor dat publiek schrijven.
Avonturenromans met reizen en liefdesgeschiedenissen, met geldzaken en
moorden erin.’
Het duurt even voordat hij zijn aanvankelijke
tegenslag heeft verwerkt en zijn eerste boek schrijft. Michel Tournier
is tweeënveertig als hij zijn eerste roman publiceert. De literatuur
wordt zijn filosofische dekmantel. ‘Ik ben een smokkelaar van de
filosofie’, zegt hij daar zelf een keer over in een interview. Wie geen
rol krijgt toebedeeld in de erkende wetenschap, dient zijn toevlucht te
zoeken tot een clandestien bestaan. Schrijvers als struikrovers in de
wereld van de wetenschap.
Vrijdag of het andere eiland heet de roman waarmee Tournier in 1967 debuteert. Het boek wordt een instant classic.
De roman vertelt het verhaal van Robinson Crusoe de schipbreukeling en
Vrijdag, zijn knecht, alleen dan op een volkomen andere manier dan Defoe
dat voor hem deed. In zijn boek is Vrijdag uiteindelijk Robinsons
leermeester, wordt de westerling ontwesterd in plaats van de
gekoloniseerde geciviliseerd. Robinson raakt zelfs zover verwijderd van
zijn eigen cultuur dat hij besluit niet mee te gaan als zich een schip
aandient dat hem terug naar de beschaafde wereld kan brengen. Wie wel
aan boord gaat is Vrijdag. Die gaat op ontdekkingsreis naar de wereld
die Robinson heeft afgeworpen.
Deze omkering vormt de kern van
Tourniers schrijverschap. De omkering, of zoals Tournier het zelf bij
voorkeur noemt, de inversie, keert in al zijn boeken terug. Hij wijdt
zelfs een heel boek vol mini-essay aan omkeringen: ideeën en hun
spiegelbeeld.
Het boek dat Tourniers reputatie vestigt is De elzenkoning.
Hoofdpersoon is de Parijse garagehouder Abel Tiffauges en is te
beschouwen als een moderne hervertelling van de Sint Christoffel-legende
(katholieke heilige die het kindje Jezus over een rivier draagt). De elzenkoning is
een complex boek dat multi-interpretabeler is dan menig
bijbelhoofdstuk. Het is een grootse hervertelling van oude mythen. En
daarmee is een tweede kenmerk genoemd van Tourniers schrijverschap: hij
doet niets liever dan bestaande mythen van een nieuwe betekenis
voorzien, oude verhalen omkeren, zodanig hervertellen dat het
perspectief volkomen anders wordt, zoals in het geval van Vrijdag of het andere eiland.
Vrijwel
het gehele oeuvre van Tournier is vertaald in het Nederlands en
uitgegeven bij Meulenhoff. Hoogtepunten zijn naast de eerder genoemde
boeken De meteoren, De gouden druppel en de vertelling Gilles en Jeanne (waarin hij de rechtszaken tegen kinderverkrachter Gilles de Raiz en Jeanne d’Arc tegenover elkaar zet).
Gezien
zijn oeuvre is het verwonderlijk dat Tournier in eerste instantie de
filosofie koos als grote liefde. Een carrière in de filosofie had hem
waarschijnlijk zeer beperkt. Zijn filosofie is er een van de
verbeelding. Dat maakt hem ook veel meer een schrijver dan een
wetenschapper. In de literatuur kan elke vraag straffeloos opgeworpen
worden en op straffeloos veel manieren worden beantwoord. In de
literatuur is alles spel, maar dan wel een spel dat met hoge inzet wordt
gespeeld. Tournier had kortom niets anders kunnen worden dan schrijver.
Elk filosoferen leidt naar het eindpunt van Wittgenstein en noopt tot
het zwijgzaam uitkijken over het ravijn. Elk schrijven zet de
verbeelding in als ultiem wapen tegen de zinloosheid. In de literatuur
geldt het omgekeerde van wat volgens Wittgensteins zo vaak aangehaalde
adagium in de filosofie zou moeten gelden: waarover men niet zwijgen
kan, moet men spreken. Dat ultieme wapen van het hervertellen is de
filosoof niet gegund.
Overigens mag van Tournier nog veel groot werk
verwacht worden. Hoewel hij in 2000 een In Memoriam schreef voor
zichzelf, voorziet hij een lang leven. ‘Hoe oud een schrijver wordt is
nooit toevallig,’ schrijft hij als de Duitse schrijver Ernst Jünger op
102-jarige leeftijd overlijdt. ‘Ik moet oud worden. Als ik jong
gestorven was, had ik überhaupt niets geschreven.’
Bij Meulenhoff verschenen onder meer:
Vrijdag of Het andere eiland. Roman
De elzenkoning. Roman
De meteoren. Roman
De gouden druppel. Roman
De fetisjist. Verhalen
Gilles en Jeanne. Vertelling
Dwaze liefdes en ander kort proza
Ideeën en hun spiegelbeeld. Essay
Een vlaag van bezieling. Autobiografie
Jeroen van Kan
https://www.literairnederland.nl/2073/
----------
Zijn laatste algemeen geprezen roman is La goutte d’or (1985), waarin de Parijse ervaringen van een Noord-Afrikaanse immigrant de basis zijn voor een filosofische verhandeling over de tegenstelling tussen de islam (een cultuur van tekens) en het Westen (een beeldcultuur). la goutte d'or.
Werk cultschrijver Michel Tournier (1924-2016) kende diepe menselijkheid
Zijn ideale lezer was twaalf jaar oud, werd Michel Tournier niet moe te herhalen. De gisteren op 91-jarige leeftijd overleden schrijver gebruikte zijn voorkeur voor de jeugd om grappenderwijs over zijn eigen literaire status te praten: “Natuurlijk ben ik een klassiek auteur”, zei hij dan. “Men leest mij in de klas.”
Over die positie in de literaire wereld had hij dubbele gevoelens. De kolossale reputatie die hij vanaf zijn debuut Vrijdag of het andere eiland (1967) verwierf, verbleekte vanaf de jaren negentig. Wie nu een boek als De gouden druppel uit 1985 leest, begrijpt dat ook wel. HetTournier (geboren in Parijs op 19 december 1924) was een cultuurschrijver die over de wereld vertelde – en niet alleen over het heden. Dat verbond hij met de mythen en verhalen uit het verleden. Vrijdag en het andere eiland was een herschepping van Robinson Crusoë en zijn beroemdste boek De elzenkoning draagt de sporen van de Bijbel, Goethe, Freud en Wagner, maar is vooral een oorlogsgeschiedenis – waardoor miljoenen lezers in de ban van Tournier raakten. Het verhaal over automonteur Abel Tiffauges loopt van diens afschuwelijke kostschooljeugd tot het moment waarop hij in de oorlog kinderen ronselt voor de SS, zonder dat hij door de schrijver als een monster afgeschilderd wordt. Tournier was de zoon van twee docenten Duits. „Ik ben de enige Franse schrijver die Duits spreekt.”
Voor De elzenkoning kreeg hij in 1970 de Prix Goncourt, een prijs die hij later als academielid talloze malen zou toekennen. Het grootste deel van zijn lange leven woonde Tournier in de pastorie van Choisel, niet ver van Parijs. Buiten de drukte van de stad waar hij in de jaren zestig een loopbaan als filosoof had zien stranden. In Choisel was hij altijd bereid journalisten te ontvangen en hen rond te leiden in de buurt. De auteur, die lang gold als Nobelprijskandidaat, toonde zich trots op zijn rol in het dorpsleven, onder meer bij het zorgen voor kinderen die het thuis moeilijk hadden. Tot ver na zijn zeventigste meldde hij verslaggevers dat het enige wat hij in zijn leven gemist had, een werkelijk grote liefde was. En dat hij nog druk op zoek was. Wie de diepe menselijkheid van Tourniers werk kent, kan zich daar alles bij voorstellen.
https://www.nrc.nl/nieuws/2016/01/19/werk-cultschrijver-michel-tournier-kende-diepe-menselijkheid-a1466515?t=1747127792
------------------------------------------------------------------------------
„Alles wat ik schrijf is kinderlijk"
Door BEN VAN DER VELDEN AMSTERDAM, 2 dec. — „Alles waf lk schrijf is kinderlijk", zegt de 51-jarige Franse schrijver Michel Tournier, terwijl hi vanwege de fotograaf zjn stropdas recht trekt. Vorige week was hij in ons land. om aan een aantal universiteiten lezingen te houden over zijn werk. Dat bestaat uit maar een paar boeken (..Toen Balzac mijn leeftijd had. had hij nog maar één jaar voor zich'), maar het zijn romans die vanaf het begin een groot succes hadden: Vendredi ou les limbes du pacifiqus (in 1967 door Gallimard uitgegeven en bekroond door de Académie Franqaise, in het Nederlands vertaald als Vrijdag of het andere eiland), Lr roi des aulnes (1970, bekroond met de prix Goncourt en vertaald als De Elzenkoning) en dit jaar Les Météores. Boeken waarvan, zoals Tournier eens voor kinderen he e edtfb cat h vertelde, hij eerst een versie voordat hij aan het schrijven van de werkelijke romans begon. Hij heeft van Vendredi in 1971 da» ook een aparte versie voor kinderen laten verschijnen. „Ik wil van Le roi des aulnes (de Franse vertaling van Goethes Erlkönig) ook een kinderboek maken. Dat kan eenvoudig. Er is een reus die van dieren en van kinderen houdt. Die reus heeft twee obsessies, die voor volwassenen misschien choquerend zijn. Zijn geslachtsdeel is te klein en hij is gefascineerd door zijn uitwerpselen. Twee typisch kinderlijke trekken die kinderen helemaal niet schokken! (In de roman heeft de hoofdpersoon een gemakkelijke manier gevonden om zich 's morgens te wassen: hij steekt zijn hoofd in het toilet en trekt een keer door.) Die reus moet aan een oorlog deelnemen, waarbij hij duiven verzorgt. Kinderlijker kan het niet, oorlog voeren met duiven houden. Vervolgens wordt de reus gevangen genomen en komt hij bij Goering terecht, bij wie hij met de jacht moet helpen. Goering is 'n kinderlijke persoon, een ballon die opgeblazen kan worden." ..Daarna komt de Napola (Nationalpolitische Erziehungsanstalten opvoedingsinstituten voor de toekomstige elite van 't Derde Rjk). Een Napola is een paradijs voor kinderen. Ze kunnen er zeilen, met geweren schieten, paardrijden. „Das schone Spiel spiele ich mit dir." Dat is de verleiding van de Erlköng. En daarna komt de ontdekking dat een Napola de dood is, dat die verleiding de keerzijde is van het concentratiekamp. Kinderen kunnen ook begrijpen wat een concentratiekamp is. Er is geen reden om kinderen iedere avond op de televisie idiote moorden te laten zien en ze niet over concentratiekampen te vertellen." Verleidelijk U heeft het verwijt te horen gekregen dat Le roi des aulnes een fascistisch boek is. „Er is mij verweten dat ik van het nazisme een verleidelijk beeld gegeven heb. Maar ik heb niet alleen dat gedaan. Ik heb ook het verschrikkelijke van het nazisme laten zien. Het nazisme had twee kanten, het was een verleidelijk regime, anders had het niet 99,9 procent van de Duitsers kunnen verleiden, en een flink aantal Fransen, Belgen, Nederlanders, Noren... Maar het was de verleiding van de Erlkönig en daarop volgt de wanneer ik |de verschrikkingen die de naz's nebben begaan uitstal. Als je o-ver die verleidelijke kant van het nazisme zwijgt, vervals je de geschiedenis." Wilt u van Les Météores ook een kinderversie maken? ..Dat is moeilijker, vanwege oom Alexandre. Het vuilnis, bravo, daar zijn de kinderen gek op. Maar de homoseksualiteit van Alexandre is veel moeilijker. Heteroseksualiteit is voor kinderen eenvoudig, ze zien vader en moeder. En om een pedofiel, om een pedarast te begrijpen, dat is ook niet moeilijk voor ze. Maar een man die van mannen houdt, dat is moeilijk." Op de vraag waarom hij zich zo met kinderen bezighoudt, waarom in zijn boeken altijd kinderen (of jongsten) romantisch de zuiversten zijn. antwoordt Tournier dat hiervoor geen specifieke reden is. Dan haalt hij een foto tevoorschijn van zichzelf met een neefje od de schouders or> het strand. Hii last in het midden welke van de t.wee in Le roi des aulnes spelende mythen- deze foto voorstelt, het monster dat het kind verleidt en daarna opeet of St.Christoffel met Christus op zijn schouders. m Filosoof Uw boeken beginnen altijd heel traditioneel. Vendredi met hei verhaal tvan Robinson Crusoe. Le roi des aulnes als de geschiedenis van een kleine garagehouder. < Les Météores als een familieroman. Langzaam laat u daarna die vertelling los en worden de romanfiguren steeds fantastischer. Waarom? „U moet niet vergeten dat ik van origine geen romanschrijver ben. Ik publiceerde mijn eerste roman pas toen ik al over de veertig was. Ik ben eigenlijk filosoof. Ik heb er vijftien jaar over gedaan om naar de roman over te stappen, zonder de filosofie in de steek te laten. In 1950 zakte ik voor mijn examen filosofie. Ik ben toen woedend weggelopen en besloot geen stap meer in de universiteit te zetten. Ik wilde alleen aan de filosofie gaan werken, maar ik heb ontdekt dat dit onmogelijk is. „Een filosoof moet aan de universiteit verbonden zijn, moet een publiek van studenten hebben. Als ie niet aan de uinversiteit werkt, moet je je tot het grote oubliek richten. Dat grote publiek is echter niet in filosofie genteresseerd, maar in romans. Ik heb als filosoof bij het schrijven van een roman het traditionele gereedschap nodig, de karakters. de intrige, het landschap. Wanneer mij dat afgenomen zou worden, wat zou er dan van mijn romans overblijven? Alleen maar mijn ideeën. Maar is Les Météores. uw roman over „het huisvuil en de Heilige Geest", niet eerdêr religieus dan filosofisch? „Ik geloof dat ik een religieus schrijver ben. Les Météores had eigenlijk Le vent paraclet moeten heten, een boek moeten zijn over de Heilige.Geest, een wind, zoals in de bijbel staat. Maar daarvoor had ik niet genoeg religieuze inspiratie. Het is een veel wereldlijker roman geworden. de roman over de tijd en de ruimte. Het Franse woord ..temps" heeft zowel een chronologische als een meteorologische betekenis, de tijd en het weer. Dat is niet toevallig. De seizoenen zijn bijvoorbeeld met behulp van de sterren chronologisch vastgesteld. Op de minuut nauwkeurig kan men zeggen: de winter is voorbij, de lente begint. Maar tegelijkertijd zijn die seizoenen weerkundig. In de winter is het koud en in de zomer is het warm". Jules Verne ,,In Les Météores is Jean de man van de meteorologie en Paul de man van de chronologie, Heel de roman gaat over de moeite die Paul doet om de meteorologie terug te winnen. Hij gaat over de hele wereld achter zijn broer aan, om in het laatste hoofdstuk meester van de hemel en de sterren te worden. Het is te vergelijken van de roman van Jules Verne, Een reis om de wereld in tachtig dagen. Dat is volgens mij één van de meest filosofische romans die ooit zijn geschreven. „De hoofdpersoon is een man van de klok. Hij is geobsedeerd door exactheid. Hij is een klok.
Hij heeft Londen nooit verlaten, maar hii kent de hele wereld aan de hand van de tijdschema's van schepen en treinen. Daaruit leidt hij af dat hij een reis om de wereld kan maken in tachtig dagen. Heel die roman is een confrontatie van die logische gevolgtrekking — van de chronologie — met de meteorologie." „Omdat het sneeuwt, omdat het regent, omdat er stormen en overstromingen zijn, hebben de treinen vertraging en kapseizen de schepen. Maar de hoofdpersoon blijft met alle tegenwind doorgaan, dat wil zeggen, hij maakt zich de meteorologie eigen. Don Quichot is ook een roman van datzelfde type. Er is tevoren een kennis aanwezi", die geconfronteerd wordt met de werkelijkheid. Don Quichot heeft uit boeken alles over het ridderschap geleerd. Dan stapt hij op een dag pp zijn paard om te zien hoe het in de werkelijkheid gaat." Thomas Mann Wanneer Michel Tournier zich één andere schrijver ten voorbeeld stelt, dan is dat Thomas Mann. „Vooral omdat hij een schrijver is die kennis voor zijn romans gebruikt. Wanneer hij De Toverberg schrijft, weet hij alles over tuberculose." Niet voor niets kijkt Tournier vooral naar een Duitse schrijver. Hii heeft altijd met één been in Duitsland gestaan. Voor de oorlog als zoon van twee Franse germanisten die — hoewel zijn vader vanaf 1933 weigerde naar Duitsland te gaan — tijdens de bezetting wantrouwend werden bekeken. Een gepensioneerd officier zei eens in de trein tegen zijn vader: „Weet u, Tournier, uw Duitsers zijn nog zo slecht net. Want dank zij hen zijn de communisten, de socialisten, de joden en de stakingen verdwenen. En nu marcheren we weer recht vooruit!" Na de oorlog hield Tournier een intensief contact met Duitsland. Hij vertaalde onder andere stukken uit de geheime archieven van de Wilhelmstrasse. „Toen kwam het Wirtschaftswunder met Erhardt en zijn dikke sigaar, wat ook niet erg om te juichen was. In Le roi des aulnes heb ik getracht af te rekenen met mijn teleurstelling óver Duitsland, over de Duitsers die vroeger bij ons thuis over de vloer kwamen."
https://www.nrc.nl/nieuws/1975/12/02/gesprek-met-michel-tournier-alles-wat-ik-schrijf-is-kinderlijk-kb_000031582-a3213759
------------------------------------------------
Vendredi ou les Limbes du Pacifique est un roman de Michel Tournier publié le aux éditions Gallimard et ayant reçu le Grand prix du roman de l'Académie française la même année. Il s'agit du premier roman publié par l'écrivain.Vendredi ou les Limbes du Pacifique propose une variante sur le mythe de Robinson Crusoé, écrit par Daniel Defoe. Cette version met l'accent sur la relation entre le naufragé Robinson et le sauvage Vendredi.
Vendredi ou la Vie sauvage est un livre de Michel Tournier paru en 1971 aux éditions Gallimard. C'est l'adaptation pour la jeunesse de son livre Vendredi ou les Limbes du Pacifique.
Le , Robinson Crusoé est à bord du navire La Virginie faisant route vers le Chili. Une tempête frappe le navire violemment. Robinson Crusoé a été chassé du navire. Il se retrouve alors sur une île déserte qu'il nomme « Speranza ». Seul naufragé, il est livré à lui-même avec son compagnon, Tenn, le chien de La Virginie. Sa solitude va le contraindre à faire preuve d'ingéniosité, de persévérance et de courage, afin de survivre dans ce monde sauvage. Jusqu'au jour où, se croyant abandonné de tous, il se lie d’amitié avec un indien qu'il surnomme « Vendredi ». Une occasion de quitter l'île se présente : un navire s'arrête sur l'île pour sauver Robinson. Mais ce dernier refuse de s'en aller, contrairement à Vendredi (par naïveté). Robinson ne reste cependant pas seul, mais avec le petit Jean que Robinson renomme Dimanche, le mousse du bateau Whitebird.
(...)
Michel Tournier (Parijs, 1924) debuteerde in 1967 met de roman Vendredi ou les Limbes du Pacifique, een originele bewerking van het klassieke Robinson-verhaal, die in datzelfde jaar werd bekroond met de Grand Prix du Roman van de Académie Française. Zijn tweede roman, Le Roi des Aulnes, verscheen in 1970 en ontving, enkele maanden na publicatie en unaniem, de Prix Goncourt. Sindsdien publiceerde Tournier meerdere romans, waaronder Les Météores (1975), diverse essays, waarvan Le Vent Paraclet (1977) de bekendste is, en een aantal verhalenbundels.
Binnen het oeuvre van Tournier is Le Roi des Aulnes (hierna Le Roi) de roman die verreweg de meeste reacties heeft opgeroepen. Dit is allereerst te danken aan zijn keuze voor het perspectief van een Franse nazi-collaborateur als uiterst ambivalente hoofdpersoon. (Lees verder op de site.)
https://www.dbnl.org/tekst/_ned021201501_01/_ned021201501_01_0003.php
---------------------
De Goutte d'Or is een wijk in het noorden van Parijs, gelegen in het 18e arrondissement. De naam, letterlijk de gouden druppel, is afkomstig van de kleur van de wijn van de wijngaarden die hier voorheen stonden. Deze wijk, gelegen op de oostelijke helling van Montmartre
is een van de meest cosmopolitisch ingestelde en heterogene wijken van
Parijs. Het aandeel immigranten ligt rond 30% van de bevolking (tegen
ongeveer 17,5% voor de rest van Parijs). Naast de Europese immigranten
kent de wijk een grote groep migranten uit de Maghreb, en een grote groep immigranten uit Afrika bezuiden de Sahara.
------------------------------------