Pagina's

Christine Arnothy

de schrijver

Christine Arnothy, dont le vrai nom est Irène Kovach de Szendrö, est une femme de lettres et journaliste française née à Budapest et morte. Elle a notamment écrit J'ai quinze ans et je ne veux pas mourir, qui raconte son histoire, jeune fille durant la Seconde Guerre mondiale. Christine Arnothy vient s'installer en France, après avoir quitté la Hongrie en passant la frontière à pied avec ses parents. Les seuls biens qu'elle emmène avec elle sont cousus dans son manteau. Il s'agit des feuilles sur lesquelles elle a écrit ce qu'elle vivait durant la guerre à Budapest. wikipedia (fr)


http://www.arnothy.ch/ (fr)



het boek: J'ai quinze ans et je ne veux pas mourir


1 Zakelijke gegevens

*  jaar van eerste uitgave




* genre:




2. Verhaal
* wat gebeurt er? Maak een uittreksel, maar schrijf niet het boek opnieuw. Laat details weg. Vermeld wel:
* of de hoofdstukken nummers hebben of titels 
* hoeveel bladzijden ieder hoofdstuk telt
 synopsis: Het is 1944. Hongarije staat in vlammen, het Duitse leger heeft zich verschanst in Budapest en de Russen belegeren de stad. De vijftienjarige Christine weet na vijf jaar oorlog niet meer wat leven is. Drie maanden lang schuilt zij met haar ouders, de conciërge, de bankiersweduwe en vele anderen in vochtige en koude kelders. Het meedogenloze oorlogsgeweld van Duitsers en Russen raast over deze gemeenschap, die onder barre omstandigheden probeert te overleven. Dit verhaal is aangrijpend in soberheid en oprechtheid. De eerste druk in Frankrijk in 1954 verwierf 'Le Grand Prix Vérité'. Dit boek werd binnen enkele maanden wereldberoemd en verscheen in vele talen. Van de Amerikaanse uitgave werden miljoenen exemplaren verkocht. 
uittreksel:
Het boek speelt zich af aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Budapest langs de Donau in Hongarije. Christine leefde tot dan toe altijd in luxe en haar familie bezit zelfs meerdere huizen, van de oorlog had ze nog geen last. Ze houdt er van lezen en vooral van Franstalige schrijvers en ze is gek op piano spelen. Als de oorlogsdreiging dan ook voor Hongarije toeneemt, vallen daar ook de Duitsers binnen. Er wordt abrupt een einde gemaakt aan Christine’s luizenleventje. Ook haar stad wordt gebombardeerd en aangevallen. Zij wordt gedwongen met haar ouders te schuilen in de schuilkelder. Daar horen ze het oorlogsgeweld boven hen. Er komen geleidelijk steeds meer mensen in deze al te kleine schuilkelder. ( dit wordt ook letterlijk beschreven in het begin) Dit zijn: Ilus, een jonge vrouw met haar zes maanden oude baby, een 2e jaars medicijnstudent, die ‘le docteur’ genoemd wordt.. De vrouw van de kolonel, een weduwe van een bankier (die al eerder is omgekomen, zij is erg verwaand en probeert iedereen orders te geven en zij denkt dat zij het meeste recht heeft op alles) , de procureur-generaal met zijn vrouw. (de procureur is erg ziek door een longontsteking) en meneer Radnai. (een joodse vluchteling) Al deze mensen zijn bekenden van Christine’s familie of andere bewoners van Boedapest. In de schuilkelder is het veel te druk en de situatie maakt het onmogelijk om allerlei dingen te verkrijgen die het leven in een schuilkelder nog enigszins dragelijk maken, zoals voedsel, water en medicijnen. (dingen die de onderduikers op hun vakantie adres wel hebben) Door deze gespannen situatie en de dreiging van bombardementen ontstaan er snel irritaties. Sommige klagen steen en been, terwijl andere alleen maar koppig kunnen zijn. Het slechte vooruitzicht maakt Christine bang om te sterven. Christine leert er over het leven en over het soms kinderachtig gedrag van volwassen terwijl ze allemaal in dezelfde situatie verkeren.

Opeens komt er een vreemde man binnen. Hij blijkt Pista te heten en een Hongaarse soldaat te zijn. Hij straalt vrolijkheid en zelfvertrouwen uit. Iets wat voor de bewoners voor afleiding zorgt uit de sleur van de oorlog. Hij vraagt of hij mag verblijven in de kelder en dat keuren de bewoners goed. Doordat hij het lef kan opbrengen om de straat op te gaan haalt hij medicijnen, meel en melk voor de bewoners. Mede door deze gebeurtenissen constateert Christine dat de groep mensen seeds hechter wordt. Christine ziet Pista als een soort van held en haar enige hoop op het overleven van de oorlog. Ze accepteert wel dat er een grote kans is dat ze kan sterven, maar ze overtuigt zichzelf aan de andere kant dat ze nog jong is en nog een heel leven voor zich heeft.

Doordat er een explosie heeft plaatsgevonden wordt het huis boven de kelder voor een groot deel verwoest. De piano wordt vernield en weer sterft er een stukje van Christine’s jeugd. De paarden bij het huis krijgen zo’n honger dat ze zelfs hout gaan eten. De paarden hebben ook verwondingen opgelopen tijdens de explosies. Ook de vrouw van de kolonel is gewond geraakt tijdens de bombardementen en er moet voor haar een dokter komen. Ook komt er een nieuw stelletje in de schuilkelder, Ève en Gabriel. Zij hebben hun oude schuilplaats moeten verlaten vanwege bombardementen. Omdat ze nog een beetje onwennig zijn in hun nieuwe situatie, probeert iedereen om hen op hun gemak te stellen. Ondertussen zijn er zoveel bombardementen dat de hele wereld lijkt te trillen. Christine haar wereld stort hiermee ook in. Ze vernemen dat alle bruggen van de Donau zijn opgeblazen om de Russen tegen te houden en het water wordt ook erg schaars en de mensen krijgen dorst.

Als de vrouw van de kolonel luizen heeft gewonden besluit Pista iedereen mee te nemen naar een Turks badhuis. Dit is de eerste keer in maanden dat de bewoners weer buiten komen en ze de verwoestingen met eigen ogen kunnen waarnemen. Maar in één van de baden vinden ze een lijk en daar kunnen ze zich dus niet wassen. Vervolgens gaan ze naar een ander bad. Hier wassen ze zich en nemen ze water voor zichzelf mee. Christine is niet echt geïnteresseerd in het water voor de mensen, maar geeft al ‘haar’ water aan de gewonde paarden. Dit maakt haar blij. Eenmaal weer terug bij de kelder zouden de mensen graag een priester bij hun langs willen hebben om te biechten en om het jonge stel te trouwen. Christine vertelt hem dat ze nog maar 15 jaar is en dat ze nog niet wil sterven. Pista en le docteur gaan de stad in om een bruidssluier te kopen voor het huwelijk. Ze blijven echter lang weg, te lang blijkt. Als docteur terugkeert heeft hij Pista dood in zijn armen. Deze had de sluier weten te bemachtigen en ook nog wat melk voor de baby maar is daarna op een mijn getrapt. Ze maken een rouwkapel voor Pista en leggen de sluier over hem heen. Christine is vreselijk aangeslagen door deze gebeurtenis. Hoe moet ze nu verder leven zonder haar held, haar hoop. Nu lijkt alles nog erger te worden dan het al is. Ze proberen een keer voedsel van de Duitsers te stelen, daarna komen de Duitsers hun kelder binnen vallen en beschuldigen ze hun van stelen. De bewoners worden gedwongen naar buiten te gaan. Daar moeten ze op een rijtje op het plein staan. Hier vernederen en bedreigen de Duitsers hun. Ze zeggen dat ze moeten bekennen wie het stelen gedaan heeft en dat ze anders iedereen dood zouden schieten. Een Hongaarse soldaat offert zich dan op en vertelt hen dat hij het voedsel leent aan vluchtelingen. De bombardementen en de gevechten tussen de Russen en Duitser worden erger en het water in de Donau stijgt, waardoor de oevers overspoelen. De kelder stroomt over.

Dan lijken de Russen de strijd te winnen en de Duitser moeten vluchten. De Duitsers kloppen dan weer bij hen aan en vragen ze om hun burgerkleren te geven om zo te ontsnappen en niet te worden gedood. Dit brengt twijfel in de groep. Moeten ze de Duitsers in handen laten vallen van het Rode leger en ze hun ‘verdiende loon’ geven of moeten ze de soldaten helpen, want aan de andere kant zijn het ook gewoon mensen met het recht op leven. Uiteindelijk besluiten ze toch de kleren te verschaffen. De Duitsers verlaten de stad en er is vreugde alom. Er wordt roofwaar geplunderd, maar Christine mag hier niet aan meedoen. Illus wordt veel lastiggevallen door Russische soldaten. Ze besluiten met z’n allen de Donau over te steken. Zo kan Illus naar haar familie aan de andere kant van de Donau. De boot waar zij in zit wordt echter geraakt door een pijler. De boot zinkt en Illus en haar baby verdrinken. Meneer Radnai wordt ook gedood door een Rus tijdens de overtocht omdat hij weigert voor hun te werken. Dit is voor de rest van de bewoners een enorme schok. Christine ziet niet langer de Duitsers als de vijanden maar de Russen nemen voor haar die plaats in.

Vanaf daar gaan de bewoners ieder hun eigen weg. Na twee maanden volgt dan het afscheid. Christine merkt hier goed dat je iemand in twee maanden tijd goed kunt leren kennen, inclusief goede en slechte eigenschappen van de mens. Toch valt het afscheid haar niet erg zwaar. Christine en haar ouders besluiten naar hun huis op het platteland te gaan, waar hun vrienden zitten. Ze treffen hun vrienden levend en wel in hun huis. Ze hebben bijna al hun spullen in gebruik en ze vinden het niet leuk dat Christine’s familie nog leeft. Christine en haar vader weten alleen meel en wat conservenblikjes ‘los te krijgen’. Na deze vreselijke ontmoeting besluiten ze in een trein naar hun vakantiehuisje te gaan. Hier zien ze dat een man verbrijzeld wordt die nog net de trein probeert te halen. Als ze in de trein zitten merken ze dat de Russen varkens zijn. Ze zien dat er een vrouw dronken wordt gevoerd om daarna waarschijnlijk misbruikt te worden. Wanneer de trein een andere wending naar een Siberisch kamp aanneemt weten ze op een stopplaats te ontsnappen. Een Bulgaarse soldaat biedt hen echter een militaire wagen aan en zodoende komen ze toch nog bij hun huisje. Ze wonen een tijd in het huisje op het platteland. Maar ze besluiten toch te willen vluchten naar Oostenrijk in verband met de politieke vervolgingen. Deze vlucht geeft Christine weer een beetje hoop dat ze ooit een rustig leventje zal kunnen leiden. Ze vluchten zonder dat iemand daar iets vanaf weet. Ze moeten zelfs de hond achterlaten op het station. Daar horen ze trouwens dat ze kaartjes moeten kopen voor de hele reis tot Ovaros. Vanuit daar moeten ze naar de grensplaats komen. Daar wacht hun nog een teleurstelling, vanwege de heldere maan die avond wil de gids de oversteek niet wagen. Ze kunnen echter ook niet bij de gids blijven en moeten ze een onderdak zoeken. Ze vinden dit in een kerk in de buurt. De volgende morgen wil de gids wel de oversteek wagen, hij biedt hen zelfs warme wijn aan. Ze komen veilig in Oostenrijk aan. Ook hebben ze geld gekocht van de gids, maar als ze in Wenen zijn en ze gaan iets drinken blijkt dat het geld verlopen is. De moeder moet het betalen met haar ring. Maar eindelijk zijn ze ontsnapt aan de Russen die ze eens als bevrijders aanzagen.
http://www.scholieren.com/boekverslag/50635

* wie zijn de personages: naam, uiterlijk, karakter(ontwikkeling), relatie tot de hoofdpersoon
* De hoofdspersoon in dit boek is gebaseerd op de schrijfster, Christine Arnothy.
Christine is een meisje van 15 jaar en is een luxe leventje gewend, maar dan is ze gedwongen met haar ouders te schuilen in de schuilkelder. Hier zitten nog meerdere personen die allemaal een eigen karakter hebben en vreselijk verschillen. Christine neemt deze verschillen waar en stelt vast dat volwassenen soms ook dingen om een kinderachtige manier proberen op te lossen. Ondertussen leert Christine de dood steeds meer te accepteren. Ze heeft er een soort van vrede, ondanks ze toch ook een sterke wil heeft om te overleven. Dit loopt echter een flinke deuk op, wanneer haar verpersoonlijking van de hoop, Pista, overlijdt.

Ze bekijkt de gebeurtenissen van een afstandelijk standpunt. Als een paar van hun mede onderduikers overlijden raakt dat haar niet echt. Ook hun afscheid interesseert haar niet echt. Wel is zij erg geïnteresseerd in het leed van dieren, ze geeft bijvoorbeeld water geeft aan de gewonde paarden.

Christine verandert in de loop van het verhaal. Ze leert de dood te accepteren en bevat eindelijk dat haar vroegere luxe leventje helemaal niet zo vanzelfsprekend was. Ze smeekt de priester uiteindelijk ook om het blijven leven, haar leven is immers nog maar net begonnen.

Christine vindt ook dat haar vertrouwde omgeving in de war is geschopt door de Duitsers. Ze krijgt echter door de nieuwe situatie in de kelder wel een volwassen kijk op het leven. Ze vindt het echter niet leuk om in de kelder te zitten en als ze een keer een boek probeert te lezen bij een kaars vliegt haar haar in de brand. Ze voelt zich daarna net een jongen en vindt haar lichaam vies, doordat ze zich zolang niet heeft kunnen wassen. Als ze uiteindelijk in Oostenrijk is beseft ze dat ze misschien toch eindelijk een weer ‘normaal’ leven kan gaan leiden. Maar daar volgt ook gelijk de eerste tegenslag weer: ze hebben geen geld.
 
* Pista is een jonge Hongaarse soldaat, die op een dag bij de bewoners van de kelder komt aankloppen om onderdak. Omdat hij vrolijkheid en lef uitstraalt nemen de bewoners hem gelijk in huis. Hij bezorgt hun als het ware zijn onbezorgdheid. Hij is de enige die voor hen eten, drinken en medicijnen weet te bemachtigen. Bovendien is hij een vrijgevig persoon. Hij deelt altijd zijn eten met de medebewoners. Christine heeft veel respect voor hem en ziet hem ook als haar held. Hij heeft veel vreugde in het leven, terwijl er ‘buiten’ een verschrikkelijke oorlog wordt. Dat zorgt voor bewondering bij Christine, omdat zij eigenlijk alleen maar donker denkt en de dood leert te accepteren. Hij wil ook voor iedereen wat beteken, zo neemt hij hun mee om zich te wassen en zorgt hij dat Christine water kan geven aan de gewonde paarden. Als hij uiteindelijk om het leven komt, terwijl hij een sluier haalt voor Ève, is iedereen hevig geschokt. Vooral Christine ziet het niet meer zitten, immers de hoop is haar ontnomen. 

* Christine: zij is een meisje van 15 jaar. Ze moet met haar ouders schuilen in de schuilkelder. Ze wil nog niet dood gaan, maar naarmate het boek vordert, probeert ze de dood te accepteren. Ze merkt, dat ze anders is gaan denken en dat ze vroeger toch een leven leidde, dat ze normaal vond. 

Pista : Hij is de held van het verhaal. Hij voorziet iedereen in de schuilkelder van de benodigde levensmiddelen. Hij is Hongaars soldaat en wil iedereen helpen. Hij sterft als hij een sluier voor Ève gaat halen.


De procureur en zijn vrouw: de procureur is een oude man die niet van zijn eigen standpunt is af te brengen. De vrouw is Zwitserse en zij verzorgt haar man, die een longontsteking heeft opgelopen.


Mr. Radnai: hij is een man van Joodse afkomst, die op de vlucht is voor de Duitsers. Hij doet niets wanneer hij dat niet wil. Hij denkt dat als de Russen Boedapest hebben ingenomen, ze weer bevrijd zijn. Dit is echter het tegendeel. Wanneer de Russen hem op komen halen en hij niet mee wil, wordt hij dood geschoten.


Ève en Gabriel: een jong stel dat gaat trouwen in de kelder. Ze moesten vluchten, omdat hun kelder was opgeblazen. Ze worden goed opgenomen in de groep.


De 'dokter' en zijn tante: hij is tweede-jaars student medicijnen. Hij is erg behulpzaam. Zijn tante klaagt over veel dingen. Zij is erg op rijkdom gesteld, maar als ze in levensgevaar komt, staat ze haar sieraden af om zichzelf te redden.


Illus: zij is een vrouw van 36 jaar en heeft een baby. Ze is een sociaal persoon, want als er een Duitse soldaat gewond raakt wil zij hem helpen. Zij sterft, wanneer zij met haar baby de Donau wil oversteken en er een brug wordt opgeblazen.


De conciërges: zij zijn gierige mensen, die niets willen delen met andere mensen. Zij hebben veel levensmiddelen, zoals wijn en houden dit voor zichzelf.


Madame La Colonelle: Zij verheerlijkt haar man. Zij wil graag de baas spelen over iedereen. Ze schept de hele tijd op over haar man.



* Christine verandert in de loop van het verhaal. In het begin van het verhaal is ze bang voor de dood maar later begint ze de dood steeds meer te accepteren. Ze voelt zich ouder en ze realiseert zich dat haar vroegere leventje eigenlijk niet zo vanzelfsprekend was als ze gedacht had.Ze smeekt de priester, dat ze nog niet wil sterven omdat ze op de rand van volwassenheid staat Ze vindt het vreselijk, dat de wereld rond haar in rook opgaat. Christine kan zich bijvoorbeeld ergeren aan de procureur-generaal, die zit te mekkeren, dat hij nog niet wil sterven. Christine vindt dat dat niet kan, omdat hij al een heel leven achter de rug heeft en zij net met haar leven begint.

De andere personen in het boek veranderen ook van mening, mede doordat de Russen toch niet de grote bevrijders waren zoals gedacht was. Neem nu bijvoorbeeld Meneer Radnai. Hij dacht dat de Russen de grote bevrijders voor hem zouden zijn, maar ze bleken in feite net zulke wrede onderdrukkers.

* waar speelt het verhaal zich af
* wanneer
 Plaatsen: Het verhaal speelt zich af aan de rand van de stad Boedapest in Hongarije midden in de Tweede Wereldoorlog. Honagrije raakt verwikkeld in de oorlog en Christine moet met haar ouders onderduiken in de kelder onder haar ouderlijk huis. Daar speelt een groot deel van het verhaal zich ook af. In die twee maanden die ze daar doorbrengen komen er ook nog andere mensen bij. Er is in deze ruimte weinig privacy en bewegingsvrijheid. Sommige gebeurtenissen spelen zich af op de onveilige straten in het verwoeste Boedapest. Als de Duitser wegvluchten uit Boedapest speelt het verhaal zich af in grote ‘ruimtes’.De dood van Ilus, de baby en meneer Radnai vinden plaats bij de boten van de Sovjets, die klaarliggen om de Donau over te steken.
Dan vertrekken Crhistine en haar familie naar het huisje op het platteland en vandaar maken ze een treinreis naar het vakantiehuisje. Vanuit hier maken ze weer een treinreis naar Ovaros en een eind verderop steken ze daar de grens met Oostenrijk over.   
Tijdsduur: Het boek speelt zich af rond 1943-1944 midden in de Tweede Wereldoorlog, wanneer de Duitsers Hongarije binnenvallen. In de twee maanden daarna verblijft Christine met haar familie in de schuilkelder. Deze periode wordt het uitvoerigst beschreven. Vervolgens als ze uit de schuilkelder komen en naar het vakantie huisje gaan, verblijven ze daar ook nog enige tijd. Daarin kunnen we in ieder geval opmaken dat het onder het regime van Stalin is, omdat ze gedwongen worden te vluchten om politieke redenen.

*
motieven = terugkerende elementen in het verhaal
* thema = hoofdgedachte = grondmotief. Verwoord dit in één zin. 


* motto: korte tekst (soms maar 1 zin) voorin boek. Wat bedoelt de schrijver ermee? 


* titel: Verklaar de titel. Er is een verband tussen titel - thema - motto - beginzin - eindzin 
 Titelverklaring: De titel komt voor in het verhaal. Christine zegt dit namelijk letterlijk als de priester bij hun komt om te biechten. Ze wil nog niet sterven, omdat ze vindt dat ze te jong is en nog een heel leven voor zich heeft, ondanks de oorlog. Het geeft ook de kijk aan op haar leven, ze realiseert dat haar leven nooit meer hetzelfde zal zijn en dat haar vroegere luxe leven niet zo vanzelfsprekend was als ze dacht dat het was. De titel verwoordt eigenlijk de gedachtes die Christine heeft tijdens haar verblijf in de schuilkelder en het latere vluchten voor de Russen. Ze wil gewoon leven en als ze ook in Oostenrijk is aangekomen zegt ze toch dat ze ook wel blij is dat ze geboren is. Immers van ervaringen wordt je leven alleen maar rijker.

Zo bereid je je vast voor op het opsporen van de structuur. Die is veel belangrijker dan het verhaal. 

3. Verhaalstructuur

begin en eind
* Kopieer de eerste zin. Vertaal hem. Begint het boek ab ovo of in medias res?




* Kopieer de laatste zin. Vertaal hem. Is er een open of gesloten eind? 




* Hoe sluiten de eerste en de laatste zin op elkaar aan? 




Hiertussen bouwt de schrijver zijn verhaal op. Hij doet dit door te spelen met:
 
tijd
* Zijn er hoofdstukken? Hebben de hoofdstukken namen of nummers? Is het boek wellicht in delen verdeeld? Waarom dan? 

 Tijdsduur: Het boek speelt zich af rond 1943-1944 midden in de Tweede Wereldoorlog, wanneer de Duitsers Hongarije binnenvallen. In de twee maanden daarna verblijft Christine met haar familie in de schuilkelder. Deze periode wordt het uitvoerigst beschreven. Vervolgens als ze uit de schuilkelder komen en naar het vakantie huisje gaan, verblijven ze daar ook nog enige tijd. Daarin kunnen we in ieder geval opmaken dat het onder het regime van Stalin is, omdat ze gedwongen worden te vluchten om politieke redenen.


* Geef van ieder hoofdstuk heel kort aan waar het over gaat.
* hoeveel tijd verstrijkt er per hoofdstuk?
* hoeveel pagina's telt het hoofdstuk?
* Zie je nu een episode waaraan de schrijver veel meer tekst besteedt? Waarom doet hij dat?




* Is het verhaal chronologisch (lineaire vertelling) of zijn er flashbacks?

 Chronologisch: Het verhaal is chronologisch van op zet. Het verhaal wordt echter soms wat vertraagd of versneld weergegeven. Zo wordt de onderduikperiode van twee maanden heel uitvoerig beschreven, terwijl de periodes die hierna volgens snel en tamelijk oppervlakkig worden weergegeven.




perspectief  
Wie vertelt het verhaal? Door wiens ogen zien we de gebeurtenissen?





stijl 
In wat voor stijl wordt het verteld? beknopt, omslachtig, eenvoudig, ingewikkeld, concreet, abstract, arrogant, bescheiden, plat, verheven, objectief, subjectief, formeel, informeel, spreektaal, schrijftaal. Geef een voorbeeld.




Maak een A4-tje met: 
* eerste zin
* laatste zin
* favoriete passage 
* voorbeeld van de stijl
en neem dit mee naar je mondeling
Zorg, dat je dit voor kunt lezen.


4. literatuurgeschiedenis.

* Wanneer is het werk voor het eerst gepubliceerd?
* Tot welke literaire stroming behoort het? Wat zijn de kenmerken van die stroming? Hoe zie je die terug in dit boek?




* Spelen belangrijke historische gebeurtenissen in deze periode een rol in het werk? Leg uit.




* Wat weet je van de schrijver? 






5.waarde-oordeel
Tenslotte geef je je uiteindelijk waardeoordeel. Belangrijk is dat je je oordeel onderbouwt met argumenten. Daarvoor kun je zeven soorten argumenten gebruiken:
* Welke gevoelens roept het werk bij je op?
* Waarom vind je het werk mooi of lelijk?
* Vind jij het werk moreel aanvaardbaar?
* Is de inhoud geloofwaardig?
* Hoe is het werk opgebouwd?
* Heeft de schrijver een bedoeling met het werk?
* Is het werk vernieuwend?




 
6.   gevonden recensie

http://crises.upv.univ-montp3.fr/files/2013/01/arnothy-par-lesprit.pdf