Pagina's

Sigmund Freud





Freud werd geboren in 1856. Na zijn afstuderen in de geneeskunde besloot hij zich verder te verdiepen in de psychologie. Zo liep hij in 1885 een tijd lang stage bij de Franse neuroloog Jean Martin-Charcot, die gebruik maakte van hypnose om patiënten met hysterie te behandelen. Freud was onder de indruk van Charcot’s resultaten, en besloot de methode over te nemen toen hij in 1886 zijn eigen kliniek begon. Na verloop van tijd veranderde hij echter zijn aanpak. Freud liet de hypnose steeds vaker achterwege en probeerde in plaats daarvan de mensen gewoon aan te moedigen hun gevoelens te uiten. Het betekende de geboorte van een nieuwe vorm van medische behandeling: de psychoanalyse.


Volgens Freud kun je het menselijk brein verdelen in : 'id', 'ego' en 'superego'. Het 'id' is een onderbewust mechanisme dat op twee soorten energie werkt. Ten eerste Eros, de seksuele energie. Daarnaast Tanatos, de woede. Het 'ego' probeert deze twee energieën in bedwang te houden. Hierdoor functioneren veel mensen in hun dagelijks leven normaal. Als het 'egomechanisme' zijn werk echter niet goed doet kan het 'id' aan de macht komen. Dit gebeurt onder andere tijdens de slaap. Dromen werden door Freud dan ook gezien als een belangrijke informatiebron voor onderliggende menselijke behoeftes. Gelukkig is het 'ego' vaak erg sterk. Zo sterk zelfs, dat veel mensen niet voor hun gedachtes uitkomen. Dit komt door weerstand- en verdringingsmechanismen. Deze mechanismen doen nuttig werk, als zij in normale mate voorkomen. Het 'superego' is ten slotte het beeld dat mensen hebben van hun ideale zelf. Hierin liggen de normen en waarden besloten, die door de omgeving zijn mee gegeven. Het 'superego' is de grote tegenstander van het 'id' en is gericht tegen de seksuele en agressieve energie. Het 'ego' bemiddelt tussen id en superego.

Freud publiceerde ook een theorie die zegt dat we in de kindertijd (tot ongeveer ons 6e jaar) 5 fasen doorlopen. Problemen in het latere leven zouden ontstaan als er één of meer van 5 fases niet goed zijn doorlopen. De eerste fase is de orale fase, vervolgens de anale, fallische, latente en genitale fase. Eén theorie uit deze fases is erg bekend: die van het Oedipus complexFreuds theorie dat ieder jong kind tussen 3 en 6 jaar oud onbewust seks wil hebben met zijn/haar moeder, en daardoor zijn/haar vader als rivaal gaat zien en deze om het leven wil brengen.


Tristan Tzara







de schrijver

Tristan Tzara, pseudoniem van Sami Rosenstock, was een Roemeens dichter, essayist en performanceartiest die het grootste deel van zijn leven in Frankrijk leefde. Hij is vooral bekend geworden als een van de stichters van het dadaïsme. Hij begon Dada toen hij in de Eerste Wereldoorlog, samen met Hugo Ball, naar Zürich vluchtte. De eerste voorstellingen vonden daar plaats, in Cabaret Voltaire. In 1919 vestigde hij zich in Parijs waar hij na drie jaar, als Dada ophoudt te bestaan (in 1921), bij de literaire voorloper van de surrealisten terechtkomt.


Robert Delaunay,  portret van Tzara, 1923



dada
Dadaïsme ontstond als reactie op de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Er ontstond een tendens onder zowel literaire als plastische kunstenaars de kunst brutaal en schokkend te bespotten. Dit was voor hen een middel om de schijnheilige waarden van de toenmalige 'beschaafde' wereld aan te vallen. In de woorden van Richard Hülsenbeck: "De dadaïst acht het noodzakelijk om zich tegen de kunst uit te spreken, omdat hij door de oplichterij van kunst als morele veiligheidsklep heen kijkt."[ Het dadaïsme groeide uit tot een internationale beweging. Een eerste aanzet is achteraf te herkennen in het Fietswiel op een taboeret uit 1913 van de Franse kunstenaar Marcel Duchamp.




De beweging kwam pas echt van de grond in 1916 in het Café Voltaire in Zürich, door een groep kunstenaars rond de Roemeense dichter Tristan Tzara.




Hugo Ball, optreden in Café Voltaire (1916)

Ondanks de negatieve uitingsvormen en het systematisch afwijzen van enige positieve esthetiek, was de dadaïstische beweging van invloed op de verdere evolutie in de beeldende kunst. Zo leefde in het surrealisme en fluxus (aanvankelijk ook aangeduid als 'neo-dada') het idee van de absolute artistieke vrijheid en de herwaardering van het irrationele voort, in de happenings de anarchistische geest van het Cabaret Voltaire, in popart het werken met banale motieven en materialen en in de conceptuele kunst de vervreemdende combinatie van woord en beeld.

Kunstvormen die de dadaïsten veel gebruikten waren de collage, de assemblage en in de dichtkunst de nonsensgedichten die puur gericht waren op klankuitingen, meer bepaald het simultane gedicht en het bruïtistische gedicht.


Poëzie van Theo van Doesburg, een voorbeeld van Nederlands dadaïsme.



Het klankgedicht Karawane van Hugo Ball




Het werk van Apollinaire is van grote invloed geweest op Dada.


documentaires
cabaret Votaire: https://www.youtube.com/watch?v=EqkIJ0odFxA
dada en surrealisme: https://www.youtube.com/watch?v=CGeBUjPdH7I
interview met Marcel Duchamp: https://www.youtube.com/watch?v=Bwk7wFdC76Y

vertaling van het fragment
Neem een krant.
Neem een schaar.
Kies uit de krant een artikel dat ongeveer de lengte heeft die je aan het gedicht wilt geven.
Knip het artikel uit.
Knip vervolgens alle woorden uit die in het artikel staan en doe ze in een hoge hoed.
Schud voorzichtig.
Trek één voor één de knipsels uit de hoed.
Schrijf de woorden zorgvuldig over in de volgorde waarin ze uit de hoed gekomen zijn.
Het gedicht zal op u lijken
En u zult zien, u bent een ongelooflijk origineel schrijver met feeling, hoewel miskend door het volk….
Tristan Tzara