Alain Blottière (Neuilly-sur-Seine, 1954)
schreef een oeuvre van romans, reisverhalen en essays dat zich laat
karakteriseren door de sterke invloed van exotische landen, zoals de
titels van zijn boeken illustreren: Saad, L’oasis, L’enchantement of Si-Amonn.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Comment Baptiste est mort
(...)
Er
verschijnen de laatste tijd in Frankrijk veel romans die op de een op andere
manier verwijzen naar de recente aanslagen. Schrijvers zijn, als denkers en
duiders van het heden, antennes van de samenleving. Als ons wereldbeeld
kantelt, laten zij de hoek van de kanteling zien. Het antwoord op de vraag ‘wat is de mens?’
heeft recent ook dicht bij huis een paar nieuwe varianten gekregen. Franse
auteurs, van wie velen geneigd zijn via hun werk direct op de actualiteit te
reflecteren, gaan in hun recente werk in op het onbegrip, de machteloosheid, de
angst die de aanslagen in Parijs, Nice en elders veroorzaakten. Niet alleen
vragen ze zich af wat een terrorist beweegt of hoe iemand ertoe komt een ander
rücksichtslos te doden, ook stellen ze de vraag wat de gevolgen zijn voor ons
mensbeeld, voor de manier waarop we met elkaar omgaan. Hoe kijken we sindsdien
tegen (Franse) moslims aan, hoe beïnvloedt het terrorisme het debat over de
(Franse) identiteit? En: heeft de schrijver niet een verantwoordelijkheid voor
de manier waarop hij zijn moslimpersonages afschildert?
Zoveel
schrijvers, zoveel invalshoeken, zoveel stijlen. Alain Blottière (1954) liet zich voor zijn met de
Prix Décembre bekroonde roman Comment Baptiste est mort inspireren door het waargebeurde
verhaal van een Franse familie die in 2013 in Kameroen werd gekidnapt. Zijn
hoofdpersoon, de tiener Baptiste, is de enige van zijn familie die wordt
vrijgelaten, nadat ze met geweld door jihadisten zijn meegenomen, de woestijn
in. Terug in Europa doet hij zijn verhaal: hoe hij werd ontgroend, gehard,
dagen alleen werd gelaten in een grot in de Sahara. Hoe de tekeningen van
grotbewoners van eeuwen her hem mentaal in leven hielden. Zijn geheugen hapert,
komt langzaam terug, waarna de kale, knap geconstrueerde roman een einde heeft
dat je niet meer vergeet.
(...)
Een versie van dit artikel verscheen
ook in NRC Handelsblad van 23 december 2016
------------------------------------------------------------------------------------------------------------
DOOR WIE IS BAPTISTE ONTVOERD?
1979 - 1989 SOVJET-UNIE BEZET AFGHANISTAN
Even terug in de tijd: in 1979 valt de Sovjet-Unie Afghanistan
binnen om daar een communistische staat te stichten. Er breekt een
10-jarige oorlog uit tussen Sovjet-troepen en Afghaanse moejahedien,
moslimfundamentalistische strijders, die steun krijgen van de VS. In
1989, het jaar van de val van de muur van Berlijn, moet de Sovjet-Unie
zich terugtrekken. Er zijn inmiddels meer dan een half miljoen Afghanen
omgekomen.
Na terugtrekking van de Sovjet-troepen strijden
krijgsheren en moejahedien om de macht. In deze chaos grijpen de
Taliban de macht. Zij vormen een groepering die een radicale
interpretatie van de Koran voorstaat, waarbij vrouwen geen rechten
hebben, overspel bestraft wordt met steniging en diefstal met amputatie.
Ze worden toch al snel populair bij de bevolking, omdat ze die bescherming
beloven. Ondanks de schendingen van de mensenrechten, blijven de Amerikanen de
Taliban, die ze jarenlang van geld en wapens hebben voorzien, steunen,
omdat ze volgens hen kunnen zorgen voor stabiliteit in het land. De Taliban krijgen ook steun van Al Qaida, een Arabische para militaire
organisatie die had deelgenomen aan de strijd tegen de Sovjet-Unie.
2001 AANSLAG OP WTC EN WAR ON TERROR
In 2001 pleegt
Al Qaida een aanslag op het WTC in New York. Al snel blijkt dat de
mannen die achter de aanslag zitten zich in Afghanistan bevinden, maar
de Taliban weigeren hen uit te leveren. Vier weken later vallen de VS en
Groot-Brittannië Afghanistan binnen in de "War on Terror".
In 2003 vallen de VS en GB ook Irak
binnen, omdat de Irakese leider Saddam Hoessein het terrorisme zou
ondersteunen en bovendien de bevolking zou onderdrukken en
massa-vernietigingswapens ontwikkeld zou hebben. De laatste twee
veronderstellingen zijn nooit bewezen.
2001 - 2016 ISIS / IS IN IRAK
In Afghanistan, Irak en Syrië ontstaat er tijdens deze oorlog een
groepering die ISI (islamitic State of Irak), ISIS (islamitic State of Irak and Syrie) of kortweg IS genoemd wordt. De groep pleegt aanslagen tegen Amerikanen, tegen moslims van andere groepen en vanaf 2014 pleegt ze over
de hele wereld zeker 100 zelfmoordaanslagen.
Als reactie op de zelfmoordaanslagen verschijnen in westerse kranten en tijdschriften cartoons
waarin de profeet Mohammed als terrorist wordt afgebeeld, bijvoorbeeld
in een Deense en een Franse krant. IS reageert daar weer op door Deense,
Franse, Amerikaanse en ook andere westerse journalisten te ontvoeren,
te martelen en te vermoorden, vaak door ze te onthoofden en films
daarvan op social media te zetten.
IS oefent een grote
aantrekkingskracht uit, niet alleen op jonge mannen uit de regio, maar
ook op jonge mannen uit Europese landen, die zich bij IS aansluiten met het idee dat ze de bevolking van Irak en Syrië kunnen helpen. IS bezet een groot
gedeelte van Irak. Om IS te bestrijden keren de VS in 2014 weer terug. In 2016 wordt ISIS uit de stad Mosul verdreven. Er vallen daarbij meer dan 9000 burgerdoden.
2021 - ? TALIBAN IN AFGHANISTAN EN IS IN AFRIKA
Even terug naar Afghanistan: de Amerikanen zijn in 2001 binnengevallen
na de aanslagen op het WTC. Vanaf 2006 wordt de operatie geleid door de
NAVO. De Taliban geven nooit op en na 20 jaar oorlog en meer dan 3500
gesneuvelde soldaten uit allerlei landen houdt het Westen de strijd voor
gezien. Als de Amerikanen hun troepen in 2021 terugtrekken, is het land een chaos. De Taliban grijpen opnieuw de macht.
Ook
IS is niet definitief verslagen. In sommige Afrikaanse landen breidt ze haar macht juist uit, soms onder nadere namen als Boko Haram, die in Kameroen een Frans gezin ontvoerde.En hier begint het verhaal van Baptiste.
bronnen:
de staat van het kalifaat, de val van IS, NOS op3
History: Here's what ISIS believes (Youtube)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
datum |
15 februari 2018 20:00 |
|
|
|
|
|
|
Comment Baptiste est mort vertelt het verhaal
van een Franse familie die door jihadisten wordt ontvoerd en enkele
weken vastgehouden wordt in de woestijn. Baptiste, met 14 jaar de oudste
zoon, is als enige vrijgelaten. Een man leidt de debriefing -
onduidelijk of hij een agent is, psycholoog of van de geheime dienst -
maar Baptiste, of Yumaï zoals hij door zijn ontvoerders wordt genoemd,
kan of wil weinig vertellen. De dialoog van Baptiste met de man die hem
vragen stelt, wordt afgewisseld met flash-backs van wat Baptiste heeft
meegemaakt. Een indrukwekkend en ontroerend boek dat het verhaal achter
de krantenberichten weergeeft, met een onvergetelijk einde.
Voertaal interview: Frans
https://www.europa-nu.nl/id/vkjy99uyaxyz/agenda/margot_dijkgraaf_in_gesprek_met_de?ctx=vh6ukzb3nnt0&s0e=vifdl6zl7txx
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Comment Baptiste est mort
De deelnemers aan de leesclub Frans van Athenaeum Boekhandel kozen Comment Baptiste est mort uit als beste van de vijf met de grote najaarsprijzen bekroonde titels van 2016.
Recensie: Hoe het zou kunnen zijn
23 januari 2018
, door
Joeba Bootsma
|
'Nous te laisserons partir quand tu seras redevenu Baptiste,
nous te laisserons partir,' krijgt de veertienjarige Baptiste te horen.
Hij moet weer worden wie hij was: Baptiste. Maar is dat mogelijk na wat
hij heeft meegemaakt? Wat blijft er van jezelf over wanneer je samen met
je familie wordt ontvoerd door jihadisten, een paar weken wordt
vastgehouden in de woestijn en uiteindelijk als enige terugkeert? Comment Baptiste est mort,
waarvoor Alain Blottière zich liet inspireren door een bericht in de
krant over een ontvoering in Kameroen, is een overtuigend verhaal over
een jongen die zichzelf voor dood verklaart. 'Maintenant, je m'appelle
Yumaï,' zegt Baptiste.
'Baptiste, raconte comment cette histoire est commencée.' Zo begint
de debriefing. Als lezer weet je niet precies door wie de vragen worden
gesteld. Het zou een politieagent kunnen zijn, een geheim agent, maar
ook een psycholoog. Wel wordt al snel duidelijk dat het nog niet zo
makkelijk gaat worden om erachter te komen wat er precies is gebeurd in
de woestijn. Baptiste, die zichzelf nu Yumaï noemt - de naam die zijn
ontvoerders hem gegeven hebben - houdt dingen achter. Maar houdt hij die
dingen met opzet achter of is het zijn geheugen die hem in de steek
laat? Weet hij het echt niet meer? Of wíl hij het niet meer weten? Hij
weet het niet meer, zegt Baptiste, maar even later geeft hij toe dat hij
dingen achterhoudt:
'- Je vous ai donné tous les détails.
- Ce n'est pas vrai.
tu me caches des choses.
- Oui
je vous cache des choses
je vous l'ai dit, je veux les garder pour moi
c'est secret.'
De frustratie is voelbaar, zowel bij Baptiste als bij de ondervrager.
Als lezer krijg je steeds meer sympathie voor de ondervrager die hem
wil helpen, maar je leeft ook mee met Baptiste. Dat wat hij heeft moeten
doorstaan - vernedering, geweld, onzekerheid, angst - is moeilijk voor
te stellen, maar je kunt je wel inbeelden dat je die dingen liever
vergeet. 'J'ai des blancs dans ma mémoire ou des noirs, comme vous
voulez,' zegt Baptiste tegen zijn ondervrager, maar beetje bij beetje
komen de herinneringen boven water en telkens ziet hij weer die blik van
zijn broertje voor zich, 'le dernier regard de Louis'. En wanneer je
eenmaal een vermoeden hebt van wat er is gebeurd, snap je wel waarom
Baptiste niet meer kan en wil zijn wie hij was.
Des blancs, des noirs en witregels
De debriefing mist punten en komma's en staat vol met witregels. Al
dat wit op de pagina's zou je in kunnen vullen met de stiltes die er
vallen, de momenten waarop de ondervrager zijn geduld bijna verliest, de
geheimen van Baptiste, de gaten in zijn geheugen.
'- Pourquoi je me souviens et pourquoi je me souviens pas?
Je ne sais pas pourquoi
je me souviens de choses horribles, je me souviens de choses magiques'
Gelukkig bestaat de roman niet alleen maar uit debriefing, want de
antwoorden van Baptiste, die kortaf en emotieloos zijn, werken niet
alleen op de zenuwen van de ondervrager maar op een gegeven moment ook
op die van de lezer. De ondervragingen worden afgewisseld met meer
verhalende beschrijvingen maar ook hier worden niet alle details uit de
doeken gedaan, waardoor je tot het einde slechts een vermoeden hebt van
wat er is gebeurd met zijn familie. In die beschrijvingen krijgen we wel
een andere Baptiste te zien, een Baptiste die gefascineerd is door de
woestijn en hoop vindt in de muurschilderingen die hij ontdekt in de
grot waar hij een paar dagen aan zijn lot wordt overgelaten:
'De ces jours passés demeurent les magies des hommes d'avant qui lui
portaient secours, leurs mains ouvertes qui lui faisaient signes et où
il posait les siennes. […] Il marchait des heures tout autour de la
grotte, laissant sa main glisser contre la pierre, s'arrêtant quand il
découvrait un nouveau dessin d'autruche, […] ou trois hommes qui
dansaient devant une femme enceinte, et mille autres figures comme des
portes qui s'ouvraient vers un monde d'enchantements et qu'il se sentait
tout près franchir.'
En nu?
De muurschilderingen (waarvan je je kunt afvragen of het niet gewoon
hallucinaties zijn) houden Baptiste op de been en verzachten zijn
eenzaamheid wanneer hij in zijn eentje moet overleven in de woestijn,
maar zullen de herinneringen aan die tekeningen hem ook op de been
houden nu hij als enige naar Frankrijk is teruggekeerd? Hij moet weer
gaan deelnemen aan het normale leven. Maar hoe? Hoe doe je dat als het
geweld in Game of Thrones je doet denken aan het geweld dat je
zelf hebt meegemaakt? Als je 's nachts niet kunt slapen en je eigenlijk
alleen maar terugverlangt naar de woestijn en de sterren? Eigenlijk zou
je je er niks bij voor willen stellen, maar met Comment Baptiste est mort
laat Blottière op overtuigende wijze zien hoe het zou kunnen zijn om
ontvoerd te worden en als enige terug te keren, en wat dat met je doet.
Joeba Bootsma doet de researchmaster Literair Vertalen aan de Universiteit van Utrecht en liep stage bij Athenaeum.nl.
https://www.athenaeum.nl/recensies/2018/hoe-het-zou-kunnen-zijn
------------------------------------------------------------------------------------------------------
Recensie Boeken
Er is geen tijd meer te
verliezen
Vijf Franse
auteurs reflecteren op de gevolgen van de terreur in hun land. Wat drijft
iemand om lukraak te moorden? Wat doet dat met ons mensbeeld? Hoe nu verder met
het debat? Zoveel schrijvers, zoveel invalshoeken, zoveel stijlen.
23 december 2016
Leestijd 4 minuten
Ali, een
jonge informatica-specialist in Parijs, heeft met zijn team maanden aan een
offerte gewerkt voor een grote Frans-Amerikaanse multinational. Ze halen de
opdracht binnen, de champagne wordt ontkurkt. Dan vertelt zijn baas hem dat de
opdrachtgever hem niet bij de uitvoering van het project wil hebben. Zijn
expertise is onomstreden, maar is hij niet van Frans-Marokkaanse origine? En
heeft hij geen islamistische neef? Woedend neemt Ali ontslag, hij is vernederd,
zijn eer is in het geding. Ali is de hoofdpersoon in de recente roman Ce vain combat que tu livres au monde van Fouad Laroui (1958) de
aan de Universiteit van Amsterdam docerende econometrist, essayist en
romanschrijver.
Iydar is een
negentienjarige scholier op het Marokkaanse platteland. De docent die
‘islamitische opvoeding’ geeft, een salafist, blijkt afwezig, Iydar heeft twee
uur vrij. Met zijn vriendinnetje zoekt hij de koelte op in de schaduw van een
amandelboom, waar twee agenten hem arresteren voor aantasting van de goede
zeden. Razend is Iydar als blijkt dat hij voor maanden de gevangenis in moet. Iydar
is het belangrijkste personage in Évelyne ou le djihad? van Mohamed Nedali (1962), docent Frans op een
lyceum in het zuiden van Marokko. Beide auteurs onderzoeken na de
terroristische aanslagen in Parijs, vorig jaar, met pen en verbeelding hoe
radicalisering in zijn werk gaat. Laroui heeft een groot oeuvre op zijn naam
(dat hier vreemd genoeg maar mondjesmaat is vertaald!) en breekt in zijn vaak
geestige, taalkundig spannende proza steeds weer een lans voor historische en
wetenschappelijke kennis en menselijke leergierigheid. In deze roman laat hij
schitterend zien hoe de Westerse en de Arabische wereld verschillende versies
kennen van dezelfde historische gebeurtenis, twee onoverbrugbare varianten van
hetzelfde verhaal. Verdiep je in de ander, lijkt hij te zeggen, kijk achter de
clichés. Zijn Ali, door woede verblind, wordt verleid tot de jihad. Pas in
Syrië, als er geen terugkeer meer mogelijk is, beseft hij dat hij wel degelijk
thuishoort in Parijs. Nedali’s roman, eenvoudiger van taal, compositie en
thematiek, lijkt vooral gericht op jongeren. De imam die Iydar wil ronselen vangt
bot – dankzij de hulp van een Europese vriendin.
Er
verschijnen de laatste tijd in Frankrijk veel romans die op de een op andere
manier verwijzen naar de recente aanslagen. Schrijvers zijn, als denkers en
duiders van het heden, antennes van de samenleving. Als ons wereldbeeld
kantelt, laten zij de hoek van de kanteling zien. Het antwoord op de vraag ‘wat is de mens?’
heeft recent ook dicht bij huis een paar nieuwe varianten gekregen. Franse
auteurs, van wie velen geneigd zijn via hun werk direct op de actualiteit te
reflecteren, gaan in hun recente werk in op het onbegrip, de machteloosheid, de
angst die de aanslagen in Parijs, Nice en elders veroorzaakten. Niet alleen
vragen ze zich af wat een terrorist beweegt of hoe iemand ertoe komt een ander
rücksichtslos te doden, ook stellen ze de vraag wat de gevolgen zijn voor ons
mensbeeld, voor de manier waarop we met elkaar omgaan. Hoe kijken we sindsdien
tegen (Franse) moslims aan, hoe beïnvloedt het terrorisme het debat over de
(Franse) identiteit? En: heeft de schrijver niet een verantwoordelijkheid voor
de manier waarop hij zijn moslimpersonages afschildert?
Zoveel
schrijvers, zoveel invalshoeken, zoveel stijlen. Alain Blottière (1954) liet zich voor zijn met de
Prix Décembre bekroonde roman Comment Baptiste est mort inspireren door het waargebeurde
verhaal van een Franse familie die in 2013 in Kameroen werd gekidnapt. Zijn
hoofdpersoon, de tiener Baptiste, is de enige van zijn familie die wordt
vrijgelaten, nadat ze met geweld door jihadisten zijn meegenomen, de woestijn
in. Terug in Europa doet hij zijn verhaal: hoe hij werd ontgroend, gehard,
dagen alleen werd gelaten in een grot in de Sahara. Hoe de tekeningen van
grotbewoners van eeuwen her hem mentaal in leven hielden. Zijn geheugen hapert,
komt langzaam terug, waarna de kale, knap geconstrueerde roman een einde heeft
dat je niet meer vergeet.
Laurence
Tardieu (1972)
geeft prachtig stem aan de verbijstering, aan de angst die ons bevangt als je
dit soort verhalen hoort of, indringender, naar beelden van gruwelijke
aanslagen kijkt – zeker als ze bij je om de hoek plaatsvinden, zoals in het
geval van haar vertelster. Haar eerste reflex is de kinderen van school halen,
ook als dat betekent dat ze de metro – gevreesd doelwit – moet nemen. Daarna:
binnen blijven, tv en sociale media volgen. ‘In een paar minuten is alles
verpletterd’, ‘aan flarden’, ‘chaos’, nooit eerder heeft ze beseft hoe
kwetsbaar ze is en hoe verbonden met haar gezin, haar wijk, haar medemens. Al
het andere, plannen, moeilijkheden, verdriet – ze lijken ineens relatief. À la fin le silence
Dat is ook,
op een heel andere manier, de indruk die de nieuwe roman van Laurent Gaudé (1972)
achterlaat. Waar Tardieu de wereld klein maakt, ramen en deuren sluit om te
bestuderen wat zich daarbinnen afspeelt, richt Gaudé zijn blik juist op de
wereld, omarmt hij eeuwen geschiedenis. Zo zet hij de huidige gebeurtenissen in
een weids perspectief. Écoutez
nos défaites is zonder twijfel zijn beste roman, magistraal van
opzet en met een hoge informatie- en emotiedichtheid. Rode lijn van het boek is
de liefdesgeschiedenis tussen een Franse geheim agent, een ‘jager’, een killer,
en een Irakese archeologe die geroofde Arabische schatten opspoort. Hun
levensverhaal wordt doorkruist door cruciale, persoonlijke momenten uit de
grote oorlogen gevoerd door Hannibal, Haile Selassi en generaal Grant. Wat
betekent een overwinning in het licht van de verstrijkende tijd, tegen de
achtergrond van onze eindigheid? Is ieder mens gedoemd te leven met een ultieme
nederlaag in het verschiet? Het zijn maar enkele vragen die Gaudé in zijn roman
oproept. Woede, vernedering, gekrenktheid, gekwetst eergevoel kunnen leiden tot
vernietigingsdrift, lezen we. Maar – en dat is steeds weer de bottom line
– onze levenskracht zal altijd overwinnen. In de woorden van Tardieu, ‘er is
geen tijd meer te verliezen, het leven stroomt door ons heen, het klopt in onze
aderen’, ieder moment kan ons laatste zijn, dus moeten we meer dan ooit ‘wakker
worden, ons oprichten, in beweging komen, gaan voor het leven, mee met de
dans.’
Een versie van dit artikel verscheen
ook in NRC Handelsblad van 23 december 2016